vrijdag 13 september 2019
professionalisering_raden_van_bestuur_na_verkiezingen2018_na.JPG

De positie van het GO! in het Vlaamse onderwijslandschap

Leerlingencijfers zijn een momentopname: ze wijzigen tijdens het schooljaar als gevolg van bijvoorbeeld de instapmomenten van kleuters of de doorverwijzing van leerlingen uit het gewoon onderwijs naar het buitengewoon onderwijs.

Het GO! heeft leerlingen in voltijds en deeltijds onderwijs, in het leerplichtonderwijs of in het onderwijs buiten de leerplicht, in verschillende onderwijsniveaus en onderwijsvormen. Ons marktaandeel is dus niet in één cijfer te vatten.

Globaal kunnen we wel stellen dat de schoolbevolking in het GO! nu al enkele jaren groeit en dat het GO! gestaag aan marktaandeel wint, wat erop wijst dat ouders en cursisten de kwaliteit van het onderwijs en de eigenheid van het pedagogisch project van het GO! positief evalueren.

Per 1 februari 2018 telt het GO! in totaal 208.475 leerlingen. In vergelijking met de februaritelling van 2017 is het aantal leerlingen gestegen, met 0,51% in het kleuteronderwijs en met 2,96% in het lager onderwijs. De geboortecijfers zijn al een viertal jaren aan het afnemen, waardoor de nataliteit in het kleuteronderwijs negatief is, en toch blijft het GO! ook daar vooruitgaan. In totaal noteren we 2.180 meer leerlingen in het basisonderwijs en 1.939 meer leerlingen (+ 2,37%) in het secundair onderwijs, ondanks de dalende nataliteitcijfers.

In de onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) van het GO! zitten 1.157 leerlingen. Hun aantal is met 145 leerlingen afgenomen.

Onderstaande tabel (Inclusief OKAN- en Franstalige leerlingen) biedt een volledig overzicht op basis van de cijfers van 1 februari 2018, dus voor het schooljaar 2017-2018.

Knipsel_onderwijslandschap.JPG

Leerplichtonderwijs

Algemeen

Bij de telling van februari 2018 (schooljaar 2017-2018) volgen 208.475 leerlingen les in het gewoon en buitengewoon leerplichtonderwijs van het GO!. Het GO! heeft hiermee een marktaandeel van 17,51%.

Bij de telling van februari 2017 waren er 204.115 leerlingen en bedroeg het marktaandeel 17,23%.

Knipsel_leerplichtonderwijs.JPG

Gewoon basisonderwijs

Het gewoon basisonderwijs kent al jaren een gestage groei, zonder enige terugval.

Knipsel_gewoon_basisonderwijs.JPG

Gewoon secundair onderwijs

Het gewoon secundair onderwijs (inclusief HBO = hoger beroepsonderwijs) kent de laatste jaren een constante groei tot 83.735 leerlingen. Een stijging met 2,37% en een marktaandeel van 19,52%.

Knipsel_gewoon_secundair_onderwijs.JPG
gewoonsecundaironderwijsjongen2018.JPG

Cijfers per onderwijsvorm SO

Knipsel_cijfers_per_onderwijsvorm_SO.JPG

Het is duidelijk dat vooral ASO een stijgende lijn kent, er is een terugval in het BSO.

Cijfers OKAN

Knipsel_evolutie_OKAN.JPG

In het schooljaar 2015-2016 - door de vluchtelingenproblematiek - verdubbelde het aantal OKAN-leerlingen bijna. Het GO! had 618 OKAN-leerlingen meer dan in 2014-2015. In het schooljaar 2017-2018 daalt het aantal OKAN-leerlingen lichtjes.

Voor de OKAN-klassen heeft het GO! een marktaandeel van 25%, aanzienlijk meer dan zijn marktaandeel voor het secundair onderwijs. Het GO! levert hier een substantiële extra bijdrage in verhouding tot zijn leerlingenpopulatie.

Buitengewoon onderwijs

Zoals onderstaande tabel en grafiek illustreren, vertoont het buitengewoon basisonderwijs al een drietal jaren een dalende trend, die waarschijnlijk te verklaren is door onze inspanningen op het vlak van inclusie.

Knipsel_buitengewoon_onderwijs.JPG

Deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO)

Een sterke procentuele toename vinden we het afgelopen jaar in het DBSO, maar gezien het beperkte aantal leerlingen is dit onderhevig aan grotere procentuele schommelingen. Op 1 februari 2018 waren er in het DBSO 2.753 leerlingen ingeschreven, 98 meer dan in het schooljaar 2016-2017.

knipsel_evolutie_DBSO.jpg

Onderwijs buiten leerplicht

Het onderwijs buiten de leerplicht omvat het volwassenenonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs. Onze analyse van de cijfers voor het deeltijds kunstonderwijs berust op de tellingen van 1 februari, uitgevoerd door het departement Onderwijs en gepubliceerd in het Statistisch Jaarboek. We vestigen er de aandacht op dat het hier enkel de financierbare cursisten betreft. Voor het volwassenenonderwijs geldt al enkele jaren de periode van 31 maart tot 1 april als referteperiode.

Deeltijds kunstonderwijs (DKO)

Op 1 februari 2018 waren er 13.236 cursisten ingeschreven in de kunst- en muziekacademies van het GO!, een stijging met 2,24%. Het marktaandeel stijgt met 9 basispunten.

Knipsel_DKO_februari.JPG

Volwassenenonderwijs (VO)

Op 1 februari 2018 waren er 121.076 cursisten ingeschreven in de centra voor volwassenenonderwijs van het GO!. Dit resulteert toch in een lichte stijging van het marktaandeel tot 34,28%.

Knipsel_VO.JPG

Internaten

Op 1 februari 2018 verbleven er in alle GO! internaten samen 2.194 financierbare internen. Zowel het aantal internen als het marktaandeel is licht gedaald tegenover het jaar daarvoor.

Knipsel_internaten.JPG

Daarnaast zijn er 19 internaten in het buitengewoon onderwijs (niet-gefinancierde instellingen).

Knipsel_internaten_BuO.JPG

Internaten met permanente openstelling (IPO’s)

De internaten met permanente openstelling bieden verblijf aan op schoolvrije dagen voor leerlingen die een indicatiestelling hebben voor de niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. De IPO’s zijn onderwijsinstellingen die deze opdracht uitvoeren in samenwerking met Welzijn. Hiervoor is een transitieperiode vastgelegd die eindigt op 31 augustus 2021.

Hun capaciteit ligt vast. Anders dan de voormalige opvangcentra hebben zij de opdracht om kinderen en jongeren maximaal terug naar hun context toe te leiden. Omdat de IPO’s intensief inzetten op (context)begeleiding, maken de kinderen en jongeren nog zelden 365 dagen per jaar gebruik van dergelijke voorzieningen. Tijdens de weekends en vakanties fluctueert de bezetting heel sterk. Onderstaande tabel toont de gemiddelde bezetting per IPO voor het kalenderjaar 2018.

Knipsel_IPO.JPG

De IPO’s organiseren voor hun internen verblijf en begeleiding op schoolvrije dagen. Het verblijf op schooldagen wordt georganiseerd door de internaten van het buitengewoon onderwijs. Noch deze internaten, noch de IPO’s genereren werkingsmiddelen vanuit Onderwijs. De werkingsmiddelen voor deze instellingen werden ingeschreven in onderwijsdecreet XX. Er is evenwel tegelijkertijd een bepaling ingeschreven die de Vlaamse overheid de ruimte biedt om deze middelen enkel toe te kennen als ze beschikbaar zijn.

De internaten van het buitengewoon onderwijs zijn voor hun werking afhankelijk van de werkingsmiddelen van de internaten van het gewoon onderwijs. Dat maakt dat het geheel van de internaten structureel te weinig werkingsmiddelen genereert.

De IPO’s zijn voor hun werking aangewezen op middelen die voortkomen uit de solidariteit van alle scholengroepen. Deze middelen zijn in se bestemd voor het leerplichtonderwijs en worden op basis van een Raadsbeslissing aan de IPO’s toegewezen volgens hun capaciteit. Daarbovenop krijgen de IPO’s jaarlijks en voor de duurtijd van de transitie een bijkomende subsidiëring vanuit Welzijn.

Voor het verblijf op schoolvrije dagen georganiseerd door de IPO’s en het verblijf op schooldagen georganiseerd door de internaten van het buitengewoon onderwijs heeft de overheid ook tijdens het schooljaar 2017-2018 geen werkingsmiddelen toegekend. Wij herinneren de overheid dan ook aan haar engagement uit 2009. Toen verbond ze zich ertoe om rechtsgrond te geven aan werkingsmiddelen voor de betrokken internaten.

Wij vragen dat hiervoor in de komende jaren in de eerste plaats al de vrijkomende middelen financiering kinderdagverblijven Scholengroep Brussel worden gebruikt. We dringen er ook op aan dat er nog extra budgetten worden vrijgemaakt om de jarenlange onderfinanciering op korte termijn recht te zetten.

ipo's foto jongen met hoodie2018.JPG

Lees het volgende artikel

Ontvang het "Helemaal GO!"-magazine in je mailbox.

Laden...