dinsdag 18 december 2018
Eddy_kl.JPG

“Elk kind moet zijn dromen kunnen nastreven”

Decennialang bepaalde Eddy Baldewijns (73) mee het onderwijsbeleid als parlementslid, lid van de onderwijs- en schoolpactcommissie en Vlaams minister. De voorbije tien jaar stond hij als voorzitter aan het hoofd van de Raad van het GO!, het bestuursorgaan van het GO!. Aan de vooravond van zijn afscheid blikt hij terug op een goedgevulde carrière.

 

“Mijn interesse voor onderwijs is destijds ontstaan in Borlo, het kleine dorpje waar ik zelf naar school ging. Ik kom uit een, ik zou bijna zeggen, arm gezin. Mijn vader was landbouwer en had slechts één paard. Ik bewerkte af en toe mee de grond, iets waar ik nooit beschaamd over ben geweest.
Mijn gezin was goed bevriend met onderwijzeres van het eerste leerjaar. Dat was geen cadeau in de klas, want ik werd korter opgevolgd dan de rest. Maar zij heeft mij wel die appetijt voor onderwijs meegegeven.
Nadien zaten we met jongens van verschillende leeftijden samen in de klas. De oudere jongens moesten regelmatig vraagstukken maken. Toen er een inspecteur op bezoek kwam, was ik toevallig mee hun vraagstukken aan het maken. Omdat ik die beter kon oplossen dan mijn oudere medeleerlingen, suggereerde de inspecteur om mij twee jaar te laten springen. Uiteindelijk heeft de onderwijzer dat niet toegestaan. De zoon van een belangrijke persoon uit het dorp zat hoger dan ik en ik mocht hem niet voorbij springen. Op dat moment besefte ik: met onderwijs kan je veel doen aan gelijkheid. Ik zag dat andere kinderen het beter hadden dan ik en dat zette mij aan het denken.
Het was dan ook niet verwonderlijk dat ik nadien naar de provinciale normaalschool in Tienen getrokken ben, waar ik afstudeerde als leraar.”

U was regent Frans, geschiedenis en Latijn. Hoe kijkt u terug op uw periode als leraar?

“Ik was leraar aan de rijksnormaalschool in Hasselt en had het geluk dat de directeur, Paul Schlusmans, een geweldige pedagoog was. Zijn goesting voor het onderwijs gaf hij aan iedereen door, ook aan mij. Later zijn veel van mijn oud-leerlingen in Limburg directeur geworden zijn. Dat heeft mij altijd veel plezier gedaan. Denis Vonckers, die net gepensioneerd is en algemeen directeur van scholengroep 14 was, is de laatste die ik in mijn klas gehad heb.
In 1977 ben ik gestopt met lesgeven omdat ik verkozen was in het parlement. Ik was enorm geëmotioneerd bij mijn afscheid, want ik vond die negen jaar als leerkracht een geweldige periode in mijn leven en nam met spijt afscheid.”

Uiteindelijk heeft u een carrière in de politiek uitgebouwd. Is onderwijs voor u altijd een belangrijk aandachtspunt gebleven?

“Zeker en vast. Toen ik in 1977 parlementslid werd, ben ik meteen in de commissie onderwijs en ook in de schoolpactcommissie gegaan. Nadien kwam van het een het ander. Omdat ik woordvoerder was in die commissies, werd ik steeds meer betrokken bij de grote dossiers. In de jaren 80 schreef ik  een eerste wetsvoorstel voor de autonome raad van het rijksonderwijs, waarin een depolitisering van het rijksonderwijs vooropgesteld werd. Ook werd ik betrokken bij de communautarisering van het rijksonderwijs. Zo is mijn verhaal gegroeid.”

quote icoon

Wij ambiëren niet om het grootste net te zijn, maar we willen vooral kwalitatief onderwijs bieden aan élk kind. Wat zijn of haar mogelijkheden en talenten ook zijn.

— Eddy Baldewijns, afscheidnemend voorzitter van de Raad GO!

Hoe blikt u terug op die periode?

“Er zijn een aantal zaken sterk verbeterd. Zo heeft het gemeenschapsonderwijs een grotere autonomie gekregen, zijn we gedepolitiseerd geraakt en hebben we veel meer verantwoordelijkheden gelegd op de verschillende niveaus. Ook het bijzonder decreet vind ik een goede zaak, omdat het ons toegelaten heeft om meer een eigen visie uit te tekenen voor het net. Er zijn natuurlijk altijd zaken voor verbetering vatbaar, maar we hebben ons naar eigen snelheid kunnen ontwikkelen en dat is positief. Je ziet dat ook aan de stijgende leerlingencijfers. Wij ambiëren niet om het grootste net te zijn, maar we willen vooral kwalitatief onderwijs bieden aan élk kind. Wat zijn of haar mogelijkheden en talenten ook zijn. Dat is iets dat ik meegenomen heb uit mijn eigen jeugd en opleiding. Elk kind moet zijn dromen kunnen nastreven. Dat vind ik uitermate belangrijk.”

Zijn er ook zaken die u liever anders had gezien?

“Ik koester nog één droom en dat is die van een pluralistisch eenheidsnet. Ik denk dat het aangewezen zou zijn om met de gemeenten, provincies en de Vlaamse Gemeenschap samen het publieke onderwijs te organiseren. Al denk ik niet dat het er nog van zal komen.”

De voorbije tien jaar van uw carrière stonden helemaal in teken van de Raad van het GO!. Hoe kijkt u terug op uw voorzitterschap?

“Ik wil benadrukken dat we met de Raad alle dossiers die op tafel komen telkens met een heel positieve en constructieve blik benaderd hebben. We zijn er vooral in geslaagd om het GO! de voorbije tien jaar sterker op de kaart te zetten. Dat heeft ook te maken met de keuze voor de juiste afgevaardigd bestuurder. Zij (Raymonda Verdyck, nvdr.) heeft zich echt kunnen ontwikkelen als het gezicht van het GO!. Ze is bovendien technisch zeer onderlegd, ze bezit de menselijke kwaliteiten om een goede leider te zijn en ze weet elk lid van de Raad op zijn of haar plaats te waarderen.
Een andere grote stap die we gezet hebben is het nauwer aansluiten van de verschillende niveaus binnen ons onderwijsnet. Er is geen hiërarchie tussen de centrale organisatie, de scholengroepen en de schoolraden. En daar hoeft ook geen hiërarchie te zijn. Iedereen heeft een andere plek en een andere bevoegdheid en moet die optimaal invullen. We zijn juist sterk omdat we zo veel scholengroepen en zo veel schoolraden hebben, waar iedereen meedenkt over onderwijs. Dat is een grote stap vooruit. Elk personeelslid is even belangrijk, of het nu administratief, onderwijzend of hulppersoneel is.
Het onderwijsberoep is een enorm belangrijk beroep. Het zou goed zijn dat iedereen, elke politicus die over onderwijs wil spreken, eens op de verschillende niveaus van ons onderwijs lesgegeven heeft of zich alleszins in elk niveau verdiept heeft.”

quote icoon

We zijn juist sterk omdat we zo veel scholengroepen en zo veel schoolraden hebben, waar iedereen meedenkt over onderwijs.

— Eddy Baldewijns, voorzitter Raad GO! 2011-2014 en 2015-2018

Welke uitdagingen ziet u nog voor de toekomst?

“Er is een razendsnelle evolutie op vlak van technologie en digitalisering. Dat is niet evident. Zeker in het beroepsonderwijs zouden leerlingen met de meest moderne apparatuur moeten kunnen werken. Die investeringen kunnen wij onmogelijk dragen. Bovendien zijn de leraren die nu voor de klas staan, zelf opgeleid door iemand van de vorige generatie. Zij moeten op hun beurt de volgende generatie voorbereiden. Dat wil zeggen dat zij een kloof van 50 jaar moeten overbruggen. Welke manager kan vandaag zeggen wat in zijn bedrijf over 50 jaar nodig is? Dat is bijna onmogelijk.
We moeten niet alleen mensen voorbereiden op een uitvoerende functie, ook de maatschappij zelf is in volle verandering. Als men wil dat onze maatschappij in de toekomst succesvol zal zijn, dan moet men inzetten op onderwijs. Je hebt geen betere belegging in een samenleving van morgen dan vandaag investeren in onderwijs.
Een andere zorg die ik heb, zijn de kinderen met specifieke moeilijkheden. Er zijn kinderen die het zeer moeilijk hebben, fysiek of op andere vlakken. We kunnen nog honderd M-decreten uitdenken, maar in de eerste plaats moet je zorgen dat de beschikbare middelen terecht komen bij de kinderen die het echt nodig hebben.”

Zelfs na 70 jaar onderwijs zit u nog vol vuur. Gaat u het volledig kunnen loslaten?

“Onderwijs is een groot stuk van mijn leven geweest, dus dat zal moeilijk worden. Met de decreten en regeltjes ga ik mij niet meer bezighouden, maar ik laat het niet volledig los. Mijn dochter is leraar in een GO! school en via haar zal ik nog meekijken zolang ik kan."

Lees het volgende artikel

Ontvang het "Helemaal GO!"-magazine in je mailbox.

Laden...