donderdag 16 november 2017
meertaligheid_A.jpg

Kapitaal van de 21e eeuw

“Kinderen die met een rijk aanbod in de moedertaal opgroeien, verwerven de leerinhouden vlugger en maken sneller de transfer naar de schooltaal”, zegt Ann Sofie Viaene. “Om te leren moet je je veilig en gewaardeerd voelen; je met het geleerde kunnen identificeren en dat leren met anderen kunnen delen. Een open houding tegenover de thuistaal is daarom meer dan nodig”, zegt Sofie Coenen.

Sofie Coenen is extrabegeleider talen voor anderstalige nieuwkomers in het basisonderwijs; Ann Sofie Viaene extra ondersteuner taal secundair onderwijs. Geruggensteund door de Cel Taal van het GO! schreven ze de nieuwe visietekst van het GO! over meertaligheid.

Sofie Coenen: “De oudere visietekst van 2013 was vier jaar later aan actualisering toe. Door de wereldwijde politieke ontwikkelingen nam de toestroom van anderstalige leerlingen op korte tijd toe. Steeds meer GO! scholen vroegen ons hoe ze met de moedertaal van al die leerlingen moeten omgaan. ‘Wat mag? Wat mag niet? In hoeverre mogen we de thuistaal toelaten?”

Startkapitaal

Sofie Coenen: “Om álle leerlingen aan het leren te krijgen, kan je niet anders dan hun startkapitaal aanspreken. Bij een groeiend aantal leerlingen is dat niet het Standaardnederlands.”

Ann Sofie Viaene: “Het negeren van de moedertaal belemmert de lerende om zelfvertrouwen op te bouwen én meer kennis van de eigen moedertaal, het Standaardnederlands en de bijbehorende leerinhouden te verwerven. De moedertaal is een wezenlijk deel van de identiteit van leerlingen. Het respect daarvoor bepaalt mee hun welbevinden. Als startpunt van de talige ontwikkeling is de moedertaal een belangrijk hulpmiddel om het leerproces te versterken en het Standaardnederlands onder de knie te krijgen.”

Sofie Coenen: “De beheersing van het Standaardnederlands blijft het uiteindelijke doel. De vraag is hoe je dat het beste bereikt? Door je tegen andere talen te af te zetten of je aanpak op de realiteit van de leerlingen af te stemmen? Ouder en recent wetenschappelijk onderzoek toont aan dat de moedertaal een cruciale rol in het leerproces van de leerling speelt. Tot nu toe werden die moedertalen op school te vaak genegeerd. Daarnaast merkten we dat die leerlingen hoe langer hoe minder hun moedertaal beheersen: een rijkdom die dreigt verloren te gaan.”

Ann Sofie Viaene: “Door meertaligheid zoeken de leerlingen naar overeenkomsten in de verschillende talen in plaats van naar verschillen. Ze doet grenzen vervagen en dat verruimt hun wereldbeeld. Van de leerling die zich als anderstalige gewaardeerd voelt, verwachten we dan wel dat hij of zij zich voor de andere talen en de eigenheid van anderen openstelt.”

Sofie Coenen: “Scholen moeten nadenken over waar en wanneer zij die moedertaal in de klas of in het praktijklokaal inzetten. Wanneer wél en wanneer niet.”

quote icoon

De beheersing van het Standaardnederlands blijft het uiteindelijke doel. De vraag is hoe je dat het best bereikt.

— Sofie Coenen, extrabegeleider talen voor anderstalige nieuwkomers in het basissonderwijs

Leerkracht is stellingbouwer

Sofie Coenen: “Iedereen die een nieuwe taal leert, bouwt netwerken in de hersenen om de nieuwe woorden en grammaticale structuren met de bestaande patronen uit de moedertaal te verbinden. Als je dat talige startkapitaal verwaarloost, negeer je een natuurlijk leerproces. Als we de moedertaal in het taalontwikkelend leren meenemen, maken we een transfer naar andere talen en bevorderen we het leren van het Standaardnederlands.”

Ann Sofie Viaene: “Het is aan de leerkracht om ervoor te zorgen dat die aanpak bij de leerlingen rendeert. Als tijdelijke ondersteuning bouwt de leerkracht een stelling rond de leerlingen die hen helpt om een gelijkaardige taak in een later stadium alleen uit te voeren. De leerkracht breekt de stelling pas af als het zelfstandig leren stevig genoeg staat. Met de gepaste taalsteun creëer je een sterkere lerende. De moedertaal is één van de dragende palen van die stelling.”

Sofie Coenen: “Je kan op heel wat manieren de moedertaal van je leerlingen een weloverwogen plaats in de les geven. Je kan de leerlingen van zichzelf of de klas een talenportfolio laten maken. Hiermee gaan ze dan onderling en met de leerkracht een gesprek aan. Leerlingen kunnen informatie over een lesonderwerp in hun moedertaal opzoeken. De leerkracht kan er voor kiezen om af en toe eentalige groepen te vormen en hen opdragen om in hun gemeenschappelijke moedertaal een opdracht te bespreken. De leerling die de opdracht in eigen taal aan een medeleerling verduidelijkt, voelt zich een ‘expert’ in de leerstof. Dat verhoogt het zelfvertrouwen. Leraren kunnen leerlingen met een andere moedertaal extra leesplezier gunnen door hen een boek of een verhaal in de vertrouwde moedertaal te laten (voor)lezen. Kinderen kunnen een spreektaak in hun moedertaal voorbereiden, om ze nadien in het Nederlands voor de klas te brengen.”

Ann Sofie Viaene: “Ook ouders kunnen hier een belangrijke rol spelen. Ze kunnen in de moedertaal (prenten)boeken voorlezen en er met hun kinderen over praten, gesprekken voeren, verhalen vertellen, liedjes zingen, samen naar televisieprogramma’s in de moedertaal kijken, de krant lezen, schrijven oefenen enz.”

quote icoon

Iedereen die een nieuwe taal leert, bouwt netwerken in de hersenen om de nieuwe woorden en grammaticale structuren met de bestaande patronen uit de moedertaal te verbinden.

— Ann Sofie Viaene, extra ondersteuner taal secundair onderwijs

Sense of urgency

Ann Sofie Viaene: “Voor leerkrachten betekent dat een mindswitch: ze moeten durven loslaten en vertrouwen in hun leerlingen hebben. Het VALIDIV*- onderzoeksproject van de UGent over Wereldoriëntatie toonde aan dat leerlingen meestal enkel naar hun moedertaal overschakelen om aan elkaar betekenissen uit te leggen of om concrete vragen over de taak te stellen. Als jongeren in de klas met elkaar Turks praten, betekent dat dus niet dat ze niet bij de les zijn of over de leerkracht roddelen.”

Sofie Coenen: “In het schoolreglement lees je nog dikwijls dat er op school enkel Standaardnederlands wordt gesproken, met de daaraan gekoppelde sancties voor de overtreders. Die aanpak strookt niet langer met de nieuwe inzichten. Aanpassing van het schoolreglement en leefregels kan wel geleidelijk gebeuren. Ze hangt af van de sense of urgency, de kennis over en de beschikbare instrumenten voor tweedetaalverwerving en meertaligheid op school.”

_____________________________
VALIDIV: ‘Valorising Linguistic Diversity in Multiple Contexts of Primary Education’.

Van leren over naar leren in talen

Ann Sofie Viaene: “Pakweg twintig jaar geleden betekende meertaligheid dat kinderen en jongeren in het Vlaamse onderwijs naast het Nederlands nog twee andere Europese talen moesten beheersen. In 2017 betekent het dat talen leren en leren over talen verschuift naar leren in talen. Scholen in het secundair onderwijs kunnen twintig procent van hun onderwijstijd van zaak- en praktijkvakken in het Frans, Engels of Duits aanbieden. Ook in het basisonderwijs is taalinitiatie en onderwijs in andere talen mogelijk.

Een positieve attitude tegenover meertaligheid is een must om in een superdiverse maatschappij te functioneren.”

Sofie Coenen: “Meertalige klassen zijn de ideale voedingsbodem om talensensibiliserend te werken. Ook voor Nederlandstaligen biedt een meertalenbeleid extra kansen om hun taalbewustzijn en taalgevoeligheid te verrijken. Ze worden aangemoedigd om over de eigen taal te reflecteren en ontdekken de verschillen en gelijkenissen met de andere talen.”

Obszar komputerowy

Sofie Coenen: “Als school moet je je meertalenbeleid een gezicht geven. Elke maand kan je een moedertaal, het land van afkomst en de cultuur van een lerende in de kijker zetten. Je kan de schoolbibliotheek met boeken in de diverse moedertalen aanvullen. Opschriften aan de deuren van klaslokalen kan je in alle op school vertegenwoordigde talen aanbrengen. Het ‘PC-lokaal’ heet dan ook ‘obszar komputerowy’, ‘computer area’ of ‘bilgisayar alani’. Deze ingrepen maken de andere leerlingen nieuwsgierig naar de talen van hun medeleerlingen.”

Kliekjesvorming

Ann Sofie Viaene: “Een veel gehoorde bekommernis is dat het spreken van de moedertaal op de speelplaats tot kliekjesvorming leidt. Is hier de taal of de kliekjesvorming het probleem? Als antwoord hierop verleg je de focus van de taal naar het samenleven. Dat gaat geenszins voorbij aan het feit dat het streven naar zo veel mogelijk Standaardnederlands in de vrije ruimte wenselijk is. Kleine structurele ingrepen kunnen hierbij helpen. Geef kinderen en jongeren een pluim als je hen in het Nederlands hoort praten; speel Nederlandstalige muziek tijdens de pauzes; schakel vrijwilligers in die in het Nederlands met de leerlingen spelen of praten. Je kan afspreken dat, als er een anderstalige bij een groepje komt staan, het groepje naar het Nederlands overschakelt.”

quote icoon

Maak leerlingen nieuwsgierig naar de talen van hun medeleerlingen.

Meertaligheid een troef?

Ann Sofie Viaene: “Talenbeleidscoördinatoren, taalteams en vooral de directeur spelen bij de uitbouw van meertaligheid een belangrijke rol. Vooral de directeur zorgt ervoor dat het volledige schoolteam de schoolvisie over meertaligheid in de praktijk omzet. Een internationaal Erasmus+-project toonde aan dat zowat alle scholen die sterke stappen in meertaligheid hebben gezet konden rekenen op een sterke directeur, een beleidsmaker die de lijnen uitzet.”

Sofie Coenen: “Leerkrachten hebben nood aan professionalisering in meertaligheid: waarom is meertaligheid een troef? Hoe verloopt (tweede)taalverwerving? Wat is talensensibilisering en functioneel veeltalig leren? Wat zijn taalleerstrategieën? Hoe breng je lerenden van dagelijkse naar cognitief academische taal? Hoe zijn taal en cognitieve ontwikkeling met elkaar verbonden? … We werken nu volop aan een praktijkgerichte versie van de nieuwe visietekst en aan een praktische vorming om op school een meertalentraject uit te werken.”

Ontvang het "Helemaal GO!"-magazine in je mailbox.

Laden...