‘Mogen de wijze jongens winnen, gij weet’ bundelt verhalen en gedichten die geschreven werden door dertien jongeren van verschillende nationaliteiten en uit uiteenlopende beroepsopleidingen. Twee keer per week kwamen de leerlingen samen om te schrijven. Tijdens het hele proces werden ze begeleid door schrijver Fikry El Azzouzi.
Van Mohamed tot Fabiola en van Randy tot Nana: allemaal vertellen ze met verve over hun land van herkomst, hun ouders, racisme, de spanningen tussen het cultuurpatroon thuis en de gewoonten in de buitenwereld.
Hieronder lees je het verhaal dat Mohsen Sadeqi, een 14-jarige OKAN-leerling schreef voor het boek. Mohsen vertrok samen met zijn familie uit Afghanistan, maar raakte onderweg gescheiden van zijn ouders. Hij woont in een leefgroep met andere niet-begeleide minderjarige vluchtelingen.
Druk
Wil je dat ik iets goeds zeg over België?
De mensen zijn hier heel vriendelijk.
Ze helpen mij altijd.
Wil je dat ik ook iets slechts zeg?
België is klein, veel te klein, maar kleine landen zijn vriendelijker dan grote.
Ik ben Mohsen, uit Afghanistan.
Twee jaar in België.
Ik woon in Schilde, met twaalf drukke Afghanen.
Wij zijn allemaal vrienden, maar ik voel mij druk.
Het is druk als ze lachen.
Het is druk als ze ruziemaken.
Als ik me druk voel, neem ik de bus.
Mijn auto is de bus.
Mijn fiets is de bus.
Mijn voeten zijn de bus.
Ik hou van de bus.
Ik moet de bus nemen want ik heb een ticket voor de bus.
Ik moet de tickets gebruiken, anders heb ik een probleem.
Ook als ze staken, neem ik de bus.
Ik wacht langer, maar ik neem de bus.
In Afghanistan kreeg ik ook tickets.
Ticket om met de auto naar Iran te gaan.
Ticket om met de auto naar Turkije te gaan.
Ticket om met de boot naar Italië te gaan.
Ticket om met de trein naar Frankrijk te gaan.
Ticket om met de trein naar België te gaan.
Of ik alleen ben gegaan?
Met mijn ouders, maar er was een probleem…
Met de tickets of zoiets…ik weet het niet…
Weet je dat ik ook een goede voetballer ben?
Ik supporter voor Barcelona.
Ik weet niet waar ze zijn.
Ik wil daar niet over praten.
Ik wil geen druk.
Ik ben een goede voetballer.
Ik supporter voor Barcelona.
Later wil ik kijken, maar dan moet ik eerst tickets krijgen.
Wil je het volledige boek ‘Mogen de wijze jongens winnen, gij weet’ lezen? Bestel het hier.
