vrijdag 27 januari 2017

Modernisering SO: “Nood aan bijsturing om vooropgestelde doelen te behalen”

Op 1 september 2018 starten met de uitrol van een gemoderniseerd secundair onderwijs is niet haalbaar. Dat zegt afgevaardigd bestuurder Raymonda Verdyck na grondig overleg met de Raad van het GO! en consultatie van de coördinatieraad van algemeen directeurs. “Wij zijn een constructieve partner om samen met de overheid en de andere onderwijsverstrekkers werk te maken van een gemoderniseerd secundair onderwijs, maar met het plan dat nu op tafel ligt kan het GO! zich niet verzoenen.”

Meer kansen bieden, aan alle leerlingen, ervoor zorgen dat zij een goed geïnformeerde studiekeuze kunnen maken,  het aantal schoolverlaters zonder diploma terugdringen, het watervaleffect doen verdwijnen, … Vanuit die overtuiging en noodzaak is het GO! al jaren een voorstander van de modernisering van het secundair onderwijs. Maar het akkoord dat nu op tafel ligt zal volgens het GO! deze doelen niet bereiken.

De matrix, met domeinen en finaliteiten, is een goed ordeningskader van studierichtingen om het studieaanbod in het secundair onderwijs transparant te maken voor leerlingen, hun ouders en schoolteams. Een duidelijke verbetering ten opzichte van de huidige ordening via studiegebieden en onderwijsvormen, en dat is zeker een verdienste. “Maar er zitten een aantal gemiste kansen in dit akkoord, en heel wat zaken blijven voor ons problematisch,” zegt Raymonda Verdyck.

Het GO! vraagt overleg en bijsturing over de volgende punten uit het akkoord:

  • Vrijblijvendheid: De vrijblijvendheid waarmee scholen het geactualiseerde studieaanbod wel of niet zullen toepassen, is problematisch. Een verdeeld landschap zoals dat bij het VSO het geval was mag niet het resultaat zijn. De bedoeling van de hervorming was om een helder aanbod voor ouders en leerlingen te creëren en dat komt er niet wanneer scholen zelf kunnen kiezen via welk schoolconcept ze dit realiseren. Op die manier blijven verschillende systemen naast en door elkaar bestaan en verdwijnt elke transparantie.
  • Uitgestelde studiekeuze: Het is noodzakelijk om leerlingen een goed geïnformeerde studiekeuze te laten maken, daarom moet de eerste graad breed oriënterend en observerend zijn. Daarvan is nu geen sprake, wel integendeel. In het tweede jaar moeten leerlingen al keuzes maken die bepalend zijn voor hun verdere studieloopbaan. Dit blijkt ook uit de invulling van de basisopties die in vergelijking met vandaag niet verminderen maar toenemen. In de toekomst zullen er voor de A-stroom 23 basisopties mogelijk zijn in het tweede leerjaar, terwijl het er nu 21 zijn.
  • Het ordeningskader – de onderwijsvormen: Het behoud van de onderwijsvormen ASO/TSO/BSO/KSO staat haaks op de perspectieven doorstroom, dubbele finaliteit en arbeidsmarkt. Weinig mensen weten bijvoorbeeld dat de onderwijsvorm TSO zowel doorstroomgerichte opleidingen, opleidingen met dubbele finaliteit als arbeidsmarktgerichte opleidingen bevat. Het behouden van de labels zorgt ervoor dat de huidige perceptie ten aanzien van de onderwijsvormen blijft bestaan, en dat de waterval structureel blijft ingebed in ons onderwijssysteem.
  • Het ordeningskader – domeinoverschrijdende studierichtingen binnen de doorstroomgerichte finaliteit: De sterkte van het werken met domeinen is het helder maken van de inhoudelijke verwantschap tussen studierichtingen. Studierichtingen hieraan onttrekken door ze domeinoverschrijdend te maken – wat nu gebeurd is met de huidige ASO-opleidingen –, werkt verwarrend. Het zou logisch zijn om bijvoorbeeld Grieks-Latijn thuis te brengen in het domein Taal en cultuur en Humane wetenschappen in het domein Maatschappij en welzijn. Daar zou geen discussie over mogen bestaan.  
  • Toekomstgericht – arbeidsmarktgerichte finaliteit in de derde graad: Een aantal arbeidsmarktgerichte studierichtingen in de derde graad zijn gekoppeld aan te smalle beroepskwalificaties waardoor jongeren te eng worden opgeleid, zoals bijvoorbeeld fietsinstallatie en -herstelling en meubel- en interieurwerk. Dit staat haaks op de noodzaak aan breed gevormde en flexibel inzetbare werkkrachten op de snel veranderende arbeidsmarkt van vandaag.
  • Toekomstgericht – beroepssecundair onderwijs versus buitengewoon secundair onderwijs binnen opleidingsvorm 3: Daarnaast valt de zeer strikte opsplitsing van de arbeidsmarkgerichte opleidingen in BSO en BuSO OV3 niet te verzoenen met ons streven naar een inclusieve samenleving, noch met de initiatieven die de overheid hieromtrent zelf neemt. Ze bereiden immers voor op dezelfde reguliere arbeidsmarkt.
  • Van structuur naar inhoud: Een nieuw aanbod van studierichtingen kan niet los worden gezien van het lopende gesprek over de eindtermen. Belangrijk is dat de eindtermen niet op het niveau van de studierichting of de onderwijsvorm worden vastgelegd, maar rekening houden met de finaliteit. Dat betekent dat er gemeenschappelijke eindtermen zijn voor alle leerlingen binnen de doorstroomgerichte finaliteit en voor alle leerlingen binnen de arbeidsmarktgerichte finaliteit. De huidige eindtermen moeten daarom geactualiseerd worden.

Wat nu?

“Wij blijven een constructieve partner in dit dossier, maar vragen een grondig debat om te bekijken hoe de inbreng van het werkveld en experts verder ter harte kan worden genomen. We zullen samen met de andere onderwijsverstrekkers grondig aan de slag gaan met het voorstel van basisopties in de eerste graad en werken aan de nodige curriculumdossiers,” zegt Raymonda Verdyck.

Ondertussen blijft het GO! zijn  scholen responsabiliseren en ondersteunen om werk te maken van een brede algemene vorming, een goede onderwijsloopbaanbegeleiding, flexibele leertrajecten en een vlotte overgang van basis- naar secundair onderwijs.

“Deze modernisering waarmaken vraagt veel van onze mensen, en we willen dat het goed gebeurt,” zegt Verdyck. Het GO! vreest dan ook dat de startdatum van 1 september 2018 niet langer realistisch is. “Er moet nu nog advies worden uitgebracht door de Vlaamse Onderwijsraad, dan moet het nodige decretale werk worden opgestart, de eindtermen geactualiseerd, de netoverschrijdende curriculumdossiers opgesteld en daarna leerplannen gemaakt. Dat doe je niet op één, twee, drie,” zegt Verdyck.

“En laten we daarbij niet vergeten dat onze schoolteams voldoende voorbereiding nodig hebben om dit kwalitatief te kunnen implementeren. Het lijkt mij duidelijk dat de vooropgestelde startdatum met minimum één jaar moet worden uitgesteld naar 1 september 2019. Hoe jammer dat ook is.”

Persverantwoordelijke

David En Nathalie 00

Nathalie Jennes & David Janssens

02 790 95 35

persdienst@g-o.be

Modernisering secundair onderwijs

future_shutterstock_1263922855.jpg
  • Op 1 september 2019 ging de modernisering van start. Om elke leerling het beste onderwijs te bieden op maat van zijn talenten, interesses en mogelijkheden, werd het secundair onderwijs hertekend. Nieuwe eindtermen zijn door de overheid ontwikkeld, de autonomie van de school wordt meer benadrukt en voor het realiseren van het curriculum moeten leraren afspraken maken met elkaar.

    Leerjaar na leerjaar zal de modernisering verder worden uitgerold. Op deze pagina maken we je kort wegwijs in de modernisering van het secundair onderwijs.

Lees meer over Modernisering secundair onderwijs