maandag 21 december 2015
MPI 't Craeneveld.jpeg

Testpiloten aan het woord

Van stoeltjesdans naar thermometer negen

“Time-In sprak ons onmiddellijk aan, omdat we bij onze leerlingen regelmatig met emotionele en gedragsproblemen te maken hebben. Een nieuwe aanpak van die problemen kwam op het juiste moment.” Ilse Bauters (directeur - midden), Eline Foucart (leerkracht basisaanbod - links) en Stéphanie Jonckheere (orthopedagoge - rechts) over het Time-In-pilootproject in hun school, MPI ’t Craeneveld.

Stéphanie: “Ook wij werkten dikwijls curatief. Dat uitte zich in wat we hier al lachend de stoeltjesdans noemden. Leerkrachten die in conflict raakten met een moeilijke leerling en niet meer de energie hadden om gepast te reageren, kwamen bij het kernteam of de babbeljuf aankloppen met de boodschap ‘doe ermee wat je wil, maar bij mij komt hij er niet meer in’. Die leerling moest dan op een van de stoeltjes voor het lokaal aanschuiven. Als dat kind dan opnieuw in de klas kwam, was het in het beste geval gekalmeerd maar er was helemaal niets opgelost.”

Ilse: “Hoe langer hoe meer kinderen kwamen op die stoeltjes terecht. We hadden geen gepast antwoord op de crisissen die sommige leerlingen doormaakten. Als dan in je schoolvisie staat dat je opkomt voor het welbevinden van je leerlingen, wringt dat.”

Doorbijten

Ilse: “Als pilootproject kregen we heel wat ondersteuning. Naast Henk als pedagogisch begeleider konden we ook een beroep doen op een projectcoördinator. Zij werd onze rustjuf, naast de babbeljuf, onze vaste psychologe.”

Eline: “We kregen een uitgebreide vorming over de aspecten van sociaal-emotionele ontwikkeling, de groei van een visie op zorg, gepaste technieken en methodieken om crisissen aan te pakken en hoe we die voor de leerlingen kunnen visualiseren, de opmaak van een actieplan. Het hele schooljaar stond elke teamvergadering in het teken van Time-In.”

Ilse: “Het was de bedoeling om het traject in één schooljaar af te leggen, maar dat zagen we niet zitten. We trokken er drie jaar voor uit. Vorig schooljaar werkten we aan de methodische uitbouw van onze kwaliteitszorg, dit jaar tillen we onze vernieuwde werking op schoolniveau en volgend schooljaar ligt de klemtoon op teamontwikkeling.”

Eline: “We dachten dat vanaf dag één de problemen weg zouden zijn: dat was natuurlijk niet het geval. We moesten ons als team door theorie worstelen, heel wat meten, registratieformulieren invullen, effecten op zorg evalueren. Dat zorgde voor ongeduld, vragen en soms weerstand: “Wanneer levert het nu eindelijk iets op?” …

Stéphanie: “Henk moest ons telkens moed inblazen: “Doorbijten. Je gaat achteraf inzien waarom we door dit proces heen moeten.”

Ilse: “Projecten zijn dikwijls tijdelijk. We waren bang dat onze inspanningen op termijn niet zouden renderen.”

Ambetant, lief of behulpzaam

Eline: “Hoe concreter Time-In werd, hoe meer we inzagen waarom we die stappen moesten doorlopen. Zo stelden we vast dat de crisissen in onze school zich vooral op donderdag voordeden. Waarom? Dat zijn we volop aan het uitzoeken.”

Ilse: “Na één jaar stellen we vast dat onze basiszorg sterker is geworden. De crisissen zijn gevoelig gedaald. Time-In geeft ons inzicht, we kijken meer naar de achterliggende oorzaken van het gedrag van de leerlingen. Klassenraden beginnen niet langer in een negatieve sfeer. We vertrekken van de vraag wat er wél lukt bij het kind dat we bespreken. Kinderen zijn niet langer ‘ambetant’, ‘lief’ of ‘behulpzaam’, er is meer aan de hand. In een gemeenschappelijke taal en met aangepaste methodieken bespreken we het gedrag en de sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling, en weten we stilaan de juiste doelstellingen voor een kind te selecteren.

Stéphanie: “We zetten al sneller de stap om zelf een ondersteuningsbehoefte te formuleren. We leerden hoe we aan zelfonderzoek kunnen doen en onze leerkrachtstijl tegen het licht kunnen houden.”

Ilse: “Vroeger hadden we schrik van elkaar. Als je problemen had, stopte je dat weg. Nu geven we les met de schuiframen open. We denken meer na over de samenstelling van de klassen. Het was ondenkbaar om de meest explosieve kinderen bij elkaar te zetten, nu doen we dat als we dat nodig vinden.”

Eline: “Ook de kinderen beginnen zich de nieuwe taal eigen te maken. Ze kunnen beter aangeven hoe ze zich voelen en wat er aan de hand is. “Mijn thermometer staat op negen” betekent dat ze op ontploffen staan. Ze kunnen dan bij de rustjuf stoom aflaten. Op die manier doen ze aan zelfregulatie. Ze leren dat via technieken als ‘Stop, denk, doe’. “Ik voel me beter want ik word eerst rustig”, geven ze aan. Via de conflictcyclus zijn ze in staat om hun aandeel in een ruzie te benoemen. “We moeten er eens over praten” hebben we hen vroeger nooit horen zeggen.”

____________________________________________________________

GO! MPI ’t Craeneveld in Eine, Oudenaarde is een school voor Buitengewoon Kleuter- en Lager Onderwijs. Het pilootproject ondersteunde de school om een visie te ontwikkelen rond de aanpak van emotionele en gedragsproblemen, en dit over alle types heen (BA; voormalig type 1 en 8, type 2 en 4). Het coördinatieteam bestaat naast de directeur uit twee orthopedagogen en 1 pedagogisch coördinator.

go-mpicraeneveld.org; mpi.oudenaarde@g-o.be

____________________________________________________________

Lees het volgende artikel

Ontvang het "Helemaal GO!"-magazine in je mailbox.

Laden...