dinsdag 20 september 2016
ziekentochnaarschool.jpg

Nu zijn er nog te veel kinderen die uit de boot vallen

Gepakt met jas en boekentas trokken alle kinderen en jongeren begin deze maand opnieuw naar school. Nu ja, bijna alle kinderen. Want een grote groep kinderen heeft deze bijzondere dag noodgedwongen moeten missen, omdat ze te ziek zijn om naar school te gaan.

Ziek en toch naar school: een recht voor élk kind

Geen jas en boekentas, wel een pyjama of ziekenhuisbed. Het is voor heel wat kinderen de dagelijkse realiteit. En hoewel zij ook thuis recht hebben op onderwijs, bereiken de voorzieningen hen nog steeds niet altijd zoals het zou moeten. “Er is de voorbije jaren bijzonder veel werk verricht, maar er vallen nog te veel kinderen uit de boot”, zeggen Els Janssens (directeur van Bednet), Isabelle Steyaert (voorzitter School en Ziekzijn Oost-Vlaanderen), Ludo Govaerts (woordvoerder POZILIV) en Inge Van Trimpont (directeur van de Permanente Ondersteuningscel Centra voor Leerlingenbegeleiding van het GO!). In een rondetafelgesprek pleiten zij voor een handelingsplan rond afwezigheid in àlle scholen.

Bednet, TOAH en School en Ziekzijn: we denken dat alle scholen deze organisaties intussen wel kennen, maar blijkbaar is dat niet het geval. Wat is er aan de hand?

Isabelle: Er zijn inderdaad drie spelers voor thuisonderwijs. TOAH, Bednet en School en Ziekzijn (meer info over de verschillende organisaties leest u onderaan, red.). De eerste twee zijn door het ministerie van onderwijs gesubsidieerd en erkend, School en Ziekzijn is een vrijwilligersorganisatie. Wij werken complementair en leveren fantastisch werk samen, maar dat begrijpen de scholen niet altijd.

Ludo: Het uitgangspunt moet zijn: wat heeft een ziek kind nodig en hoe kunnen we voor dat kind een goede oplossing zoeken? En dan zijn er een aantal spelers die daarin kunnen meespelen. Wat we vaak horen, is: “Maar als Bednet al ingeschakeld is of als er al vrijwilligers komen, dan hoeven wij als school toch niets meer te doen?” Neen, de school is wettelijk verplicht om tijdelijk onderwijs aan huis te voorzien als een kind aan de voorwaarden voldoet. En het is belangrijk dat een school van alle mogelijkheden op de hoogte is om ook de ouders zo goed mogelijk te kunnen informeren.

Els: Onbekend maakt onbemind. Wij maken regelmatig mee dat ouders bij ons aankloppen, maar dat de school niet altijd mee wil.. “Dat kennen wij niet, dat willen wij niet”, klinkt het. En daarvoor staat onze begeleiding juist in: de school en het kind begeleiden in het recht op synchroon internetonderwijs, al dan niet in combinatie met TOAH. Kinderen die in de ziekenhuisschool zitten, worden wel sneller opgepikt. Maar ook daar moet er met de school gekeken worden wat kan en wat niet kan. Vaak beslissen scholen op dat moment dat Bednet of TOAH niets voor hen is, terwijl ze niet weten wat erachter zit. Daar is echt nog werk aan de winkel.

quote icoon

"Nu zijn er nog te veel kinderen die uit de boot vallen."

Het probleem zit dus bij de scholen?

Ludo: Elke speler moet mee zijn in het verhaal, maar ik denk dat vooral de CLB’s hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Als een kind zorg nodig heeft, moet het CLB niet alleen op de hoogte gebracht worden, maar moet het zich ook verdiepen in de materie. We merken vandaag dat ook zij nog niet allemaal mee zijn.

Inge: Als een kind ziek is, hebben mensen de automatische reflex: dat kind moet genezen. We zijn er niet mee bezig dat dat kind ondertussen ook blijft groeien en evolueren. Kinderen vinden het zelf ook belangrijk om naar school te blijven gaan. Zowel artsen, scholen als CLB’s moeten alerter zijn. Een groot pijnpunt is dat heel wat scholen momenteel geen beleid of handelingsplan hebben voor (langdurig) afwezige kinderen. Nochtans wordt 20 procent van de kinderen ooit geconfronteerd met een chronische aandoening. En of dat nu ernstige aandoeningen zijn of ogenschijnlijk banale, die kinderen lopen ontzettend vaak schoolse achterstand op. Dat is een belangrijke voorspeller om nooit een diploma te halen.

Hoe groot is die groep leerlingen met psychiatrische problemen?

Isabelle: Bij ons is dat de grootste groep zieke kinderen. Meer dan 50 procent zijn adolescenten met psychische en psychiatrische problemen. Dat is niet gemakkelijk.

Inge_Van_Trimpont_c.jpg

Hoe kunnen scholen bewuster omgaan met afwezigheid?

Inge (foto): Stel vragen als een kind afwezig is. Hoe lang zal je afwezig zijn? Kun je nog huiswerk maken? Zijn er vriendjes die dat aan jou kunnen bezorgen? Kunnen zij uitleg geven? Ga ook na of ze hebben kunnen bijbenen eens ze weer beter zijn. Zorg dat er iemand is die hen kan helpen. Scholen moeten zorgen dat er een beleid is. En dat is trouwens niet alleen relevant voor chronisch zieke kinderen, maar ook voor kinderen die om andere redenen afwezig zijn. Hardnekkige spijbelaars bijvoorbeeld. Als je hen niet opnieuw onthaalt en zorgt dat ze kunnen bijbenen, dan ben je die leerlingen na een halve dag weer kwijt.

Isabelle: Voor andere beperkingen zijn er vaak heel concrete handelingsplannen, voor zieke leerlingen ontbreekt een systematische aanpak.

Els: Vaak is er ook geen concreet aanspreekpunt.

Inge: In het basisonderwijs is de zorgcoördinator meestal het aanspreekpunt, maar in het secundair onderwijs wordt het veel moeilijker. Er is een groot verschil tussen scholen in de manier waarop leerlingenbegeleiding georganiseerd wordt. Vaak is die begeleiding ook heel erg toegespitst op het socio-emotionele.

Ludo: En dan hebben we het nog niet gehad over kinderen met psychiatrische problemen. Dat is ook ziek zijn. We zien dat scholen de tanden hier vaak op stukbijten. Ze weten niet goed wat er gaande is, ze verwachten dat de psychiater het wel zal oplossen.

quote icoon

Een beleid rond langdurige afwezigheid is niet alleen relevant voor chronisch zieke kinderen, maar ook voor kinderen die om andere redenen afwezig zijn. Hardnekkige spijbelaars bijvoorbeeld. Als je hen niet opnieuw onthaalt en zorgt dat ze kunnen bijbenen, dan ben je die leerlingen na een halve dag weer kwijt.

— Inge Van Trimpont

Inge: Dat zijn problematieken die ouders nog vaak verzwijgen. Omdat er soms nog een taboe op rust. Zo zijn er nog steeds scholen die niet staan te springen om kinderen met een psychiatrische problematiek in te schrijven.

Heeft dat te maken met onkunde of onwil van een school?

Inge: Ik denk dat het vooral uit schrik is. Ze weten niet hoe ermee om te gaan en hoe de andere kinderen zullen reageren. Ze weten vaak zelf niet wat ze kunnen bieden.

Ludo: Scholen willen echt wel. Ze weten gewoon niet hoe. Er is ook de onzekerheid. Als een kind een ziektebriefje van 14 dagen gekregen heeft, gaan ze zich geen zorgen maken. Maar wie weet heeft dat kind al drie keer 14 dagen voorgeschreven gekregen? Het is moeilijk om de grotere context te zien als niemand de specifieke verantwoordelijkheid heeft om dat op te volgen. Ga na wat er gaande is en neem contact op met de ouders als ze dat zelf niet doen. Maak eventueel per scholengroep een reservebank van alle leraren die bereid zijn om aan zieke leerlingen onderwijs aan huis te geven. Alleen al door zo’n lijst op te stellen, vermijd je dat een school geen onderwijs aan huis voorziet omdat er zogezegd geen leraren zijn om die lessen te geven.

Ondanks de uitdagingen die er nog zijn, is er de voorbije jaren wel al ontzettend veel werk verricht.

Isabelle: Absoluut. We zien een zeer grote evolutie in herkenbaarheid, vooral van TOAH en Bednet, maar we zijn er nog niet.

Ludo: We gaan ervan uit dat alle kinderen moeten krijgen waar ze recht op hebben, maar er zijn nog regelmatig kinderen die uit de boot vallen. Niet omdat men niet wil, maar omdat men niet weet. En dat is jammer.

Els: De logica is soms ver te zoeken. Hetzelfde met de tienermoeders. Leerlingen uit het deeltijds onderwijs kunnen geen onderwijs aan huis of synchroon internetonderwijs via Bednet krijgen, maar net daar zit een groot deel van die tienermoeders. Die missen eigenlijk hun diploma.

Ludo: Je hoort het, we hebben nog wat werk voor de boeg. We zijn heel positief over wat we al bereikt hebben, maar we kunnen nog wat stappen zetten. Het moet een vanzelfsprekendheid worden dat élk kind meegenomen wordt. En we hopen dat elke school, elke leraar, elk CLB, elke ouder daar voluit mee voor gaat.

Heb je als school of leerkracht vragen of nood aan extra ondersteuning? Aarzel niet om contact op tenemen met het CLB.

Wat zijn de uitdagingen voor de toekomst?

Els: De voorbije tien jaar hebben we ervoor gezorgd dat Bednet een recht geworden is voor elk ziek kind en dat is nu sinds 2015 effectief het geval. De komende tien jaar willen we dat nog sterker doorvoeren: een onderwijspakket op maat van elk kind. Verder moeten we de krachten nog beter bundelen. Specifiek voor Bednet wordt ook de technologische evolutie een grote uitdaging.

Isabelle: Toen TOAH en Bednet opgericht werden, dachten we dat wij als vrijwilligersorganisatie overbodig zouden worden. Niets bleek minder waar. Zolang er gaten in het beleid zijn, zullen wij blijven bestaan. Verder zien we ook nog een uitdaging in de ondersteuning van leerlingen uit het beroepsonderwijs. Praktijkvakken kan je thuis niet aanbieden, dus die leerlingen vallen uit de boot. Ik zie niet meteen een oplossing, maar het probleem is er wel nog.

Ludo: Net zoals ook de kleuters uit de 1e en 2e kleuterklas nog een probleem zijn. Een kind heeft pas recht op TOAH en Bednet vanaf 5 jaar, dus die kindjes vallen uit de boot. Voor kankerpatiëntjes van die leeftijd is er een oplossing via Kom op tegen Kanker, maar andere zieke kleuters worden niet geholpen. Dat wringt bij mij.

____________

Wie doet wat?

Bednet

Bednet zorgt ervoor dat kinderen die tijdelijk of langdurig afwezig zijn door ziekte, operatie, ongeval of zwangerschap, toch de lessen kunnen volgen, van thuis uit en samen met hun eigen klas. Synchroon internetonderwijs (SIO) heet dat in het onderwijsdecreet. Zowel kleuters vanaf 5 jaar als kinderen uit het lager en secundair onderwijs kunnen er gebruik van maken en dit in alle erkende gesubsidieerde scholen in Vlaanderen en Brussel. Het materiaal en de begeleiding zijn volledig gratis voor de school en het gezin, zo lang het kind het nodig heeft.

Meer info op www.bednet.be 

_______

School en Ziekzijn

School en Ziekzijn is een vrijwilligersorganisatie die gratis en individueel les geeft aan zieke kinderen en jongeren die tijdelijk niet naar school kunnen. Vrijwilligers (met pedagogische vaardigheden) geven les bij de leerling thuis of in het ziekenhuis. De inhoud en van de lessen wordt in overleg met de school afgebakend en aangepast aan de leerbehoeften van de zieke leerling. De begeleiding door School en Ziekzijn is complementair aan andere voorzieningen zoals TOAH (Tijdelijk Onderwijs Aan Huis) en Bednet.

Meer info: www.s-z.be 

_______

Poziliv

Poziliv (Platform van Onderwijs aan Zieke Leerlingen in Vlaanderen) is de koepelorganisatie van instellingen en organisaties die bezig zijn met onderwijs aan zieke kinderen. Dit platform wil de bekommernis in Vlaanderen uitdragen dat zieke leerlingen kwaliteitsvolle onderwijsondersteuning en –begeleiding moeten krijgen, op maat van elke betrokken leerling. Poziliv is erkend door de Minister van Onderwijs als gesprekspartner voor de overheid en wil daarnaast ook als spreekbuis en als expertengroep optreden.

Meer info op www.onderwijsvoorziekekinderen.be

_______

TOAH

Kinderen die lange tijd ziek zijn, hebben onder bepaalde voorwaarden recht op wekelijks vier uren tijdelijk onderwijs aan huis. Het is de school van het kind die de lessen organiseert, de overheid draagt de kosten. TOAH bestaat in het gewoon en in het buitengewoon basis- en secundair onderwijs in Vlaanderen en Brussel. Het stopt wanneer de leerling minstens halftijds opnieuw naar school kan gaan.

Meer info op ond.vlaanderen.be/toah


Een volledig overzicht van alle initiatieven voor zieke kinderen en jongeren vind je via deze link.

Lees het volgende artikel

Ontvang het "Helemaal GO!"-magazine in je mailbox.

Laden...