dinsdag 25 september 2018
1 leerling - wiskunde - rekenmachine - les - secundair onderwijs - horizontaal - JD.jpg

De positie van het GO! in het Vlaamse onderwijslandschap

Leerlingencijfers zijn een momentopname: ze wijzigen tijdens het schooljaar als gevolg van bijvoorbeeld de instapmomenten van kleuters of de doorverwijzing van leerlingen uit het gewoon onderwijs naar het buitengewoon onderwijs.

Het GO! heeft leerlingen in voltijds en deeltijds onderwijs, in het leerplichtonderwijs of in het onderwijs buiten de leerplicht, in verschillende onderwijsniveaus en onderwijsvormen. Ons marktaandeel is dus niet in één cijfer te vatten.

Globaal kunnen we wel stellen dat de schoolbevolking in het GO! nu al enkele jaren groeit en dat het GO! gestaag aan marktaandeel wint, wat erop wijst dat ouders en cursisten de kwaliteit van het onderwijs en de eigenheid van het pedagogisch project positief evalueren.

Helaas moet het GO! elk schooljaar opnieuw leerlingen weigeren wegens gebrek aan plaats. Zolang het capaciteitsprobleem geen structurele oplossing krijgt vanwege de Vlaamse overheid, kan het GO! zijn grondwettelijke opdracht om de vrije keuze te waarborgen niet naar behoren vervullen.

Per 1 februari 2017 telt het GO! in totaal 204.115 leerlingen. In vergelijking met de februaritelling van 2016 is het aantal leerlingen gestegen, met 0,18% in het kleuteronderwijs en met 3,29% in het lager onderwijs. De geboortecijfers zijn al een viertal jaren aan het afnemen, waardoor de nataliteit in het kleuteronderwijs negatief is, en toch blijft het GO! ook daar vooruitgaan. In totaal noteren we 2.183 meer leerlingen in het basisonderwijs en 1.876 meer leerlingen (+ 2,35%) in het secundair onderwijs, ondanks de dalende nataliteitcijfers.

In de onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) van het GO! zitten 1.302 leerlingen. Hun aantal is licht afgenomen.

Hieronder een overzicht van de totale schoolbevolking, voor de schooljaren 2012-2013 t/m 2016-2017. Het gaat telkens om de telling op 1 februari.

leerplichtonderwijs_01.PNG

Leerplichtonderwijs

In dit overzicht voor het leerplichtonderwijs gebruiken we onze eigen, door het departement Onderwijs geverifieerde telling. OKAN- en Franstalige leerlingen worden hier niet meegeteld.

Algemeen

Bij de telling van februari 2017 (schooljaar 2016-2017) volgen 204.115 leerlingen les in het gewoon en buitengewoon leerplichtonderwijs van het GO!. Het GO! heeft hiermee een marktaandeel van 17,23%.

marktaandeel01.png

Bij de telling van februari 2016 waren er 200.353 leerlingen en bedroeg het marktaandeel 17,03%.

Overal in het GO!, behalve in het buitengewoon onderwijs, groeit de schoolbevolking sterker dan de nataliteit. De daling in het buitengewoon onderwijs is deels te verklaren door het M-decreet: een aantal leerlingen met een verslag dat toegang geeft tot het buitengewoon onderwijs werd met toepassing van dit decreet in het gewoon onderwijs ingeschreven.

Zowel in de landelijke als in de capaciteitsgebieden stijgt het GO! marktaandeel continu.

Gewoon basisonderwijs

Het gewoon basisonderwijs kent al jaren een gestage groei, zonder enige terugval.

evolutie_basisonderwijs_01.png

Gewoon secundair onderwijs

Het gewoon secundair onderwijs kent de laatste jaren een constante groei tot 81.793 leerlingen. Een stijging met 2,35% en een marktaandeel van 19,18%.

evolutie_gewoon_so_01.png

Cijfers per onderwijsvorm SO

OKAN.PNG

 

Het is duidelijk dat vooral ASO een stijgende lijn kent, er is een terugval in het BSO.

 

Cijfers OKAN

evolutie_OKAN.png

Vanaf schooljaar 2012-2013 was het aantal OKAN-leerlingen aan het dalen, maar in het schooljaar 2015-2016 - door de vluchtelingenproblematiek - verdubbelde het bijna. Het GO! had 618 OKAN-leerlingen meer dan in 2015. In het schooljaar 2016-2017 daalt het aantal OKAN-leerlingen lichtjes.

Voor de onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers in het basisonderwijs heeft het GO! een marktaandeel van 25%, aanzienlijk meer dan zijn marktaandeel voor het basisonderwijs. Het GO! levert dus een substantiële extra bijdrage in verhouding tot zijn leerlingenpopulatie in het basisonderwijs.

Buitengewoon onderwijs

Zoals onderstaande tabel en grafiek illustreren, vertoont het buitengewoon basisonderwijs al geruime tijd een dalende trend, die waarschijnlijk te verklaren is door onze inspanningen op het vlak van inclusie.

buitengewoonkleuter.PNG
evolutie_buitengewoon.png

Deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO)

Een sterke procentuele toename vinden we het afgelopen jaar in het DBSO, maar gezien het beperkte aantal leerlingen is dit onderhevig aan grotere procentuele schommelingen. Op 1 februari 2017 waren er in het DBSO 2.655 leerlingen ingeschreven, 93 meer dan in het schooljaar 2015-2016.

2012-2013.PNG
evolutie_dbso.png

Onderwijs buiten leerplicht

Het onderwijs buiten de leerplicht omvat het volwassenenonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs. Onze analyse van de cijfers voor het deeltijds kunstonderwijs berust op de tellingen van 1 februari, uitgevoerd door het departement Onderwijs en gepubliceerd in het Statistisch Jaarboek. We vestigen er de aandacht op dat het hier enkel de financierbare cursisten betreft. Voor het volwassenenonderwijs geldt al enkele jaren de periode van 31 maart tot 1 april als referteperiode.

Deeltijds kunstonderwijs (DKO)

Op 1 februari 2017 waren er 12.946 cursisten ingeschreven in de kunst- en muziekacademies van het GO!, een stijging met 1,74%. Het marktaandeel stijgt met 9 basispunten.

DKOfebruari.PNG

Volwassenenonderwijs (VO)

Op 1 februari 2017 waren er 117.175 cursisten ingeschreven in de centra voor volwassenenonderwijs van het GO!. Dit resulteert toch in een lichte stijging van het marktaandeel tot 34,07%.

VO2012-2013.PNG

Internaten

Op 1 februari 2017 verbleven er in alle GO! internaten samen 2.218 financierbare internen. Zowel het aantal internen als het marktaandeel is licht gedaald tegenover het jaar daarvoor.

internatenfebruari.PNG

Daarnaast zijn er 19 internaten in het buitengewoon onderwijs (niet-gefinancierde instellingen).

internatenbuo_nieuw.PNG

Internaten met permanente openstelling (IPO’s)

De capaciteit van de IPO’s is bij besluit van de Vlaamse regering vastgelegd. Anders dan de voormalige opvangcentra hebben zij de opdracht om voor kinderen en jongeren met nood aan jeugdhulp, perspectiefbiedende trajecten te zoeken en ze maximaal terug naar hun context toe te leiden. Omdat de IPO’s intensief inzetten op contextbegeleiding, maken de kinderen en jongeren nog zelden 365 dagen per jaar gebruik van dergelijke voorzieningen en fluctueert de benutting tijdens de weekends en vakanties heel sterk. De benutting betreft het aantal nachten op jaarbasis die de internen er doorbrengen. Daarnaast monitoren wij de bezetting van de IPO’s. De bezetting gaat over hoeveel procent van de capaciteit wordt gebruikt. Onderstaande tabel toont de gemiddelde bezetting per IPO voor het kalenderjaar 2017.

IPO_nieuw.PNG

De IPO’s organiseren voor hun internen verblijf en begeleiding op schoolvrije dagen. Het verblijf op schooldagen wordt georganiseerd door de internaten van het buitengewoon onderwijs. Noch deze internaten, noch de IPO’s genereren werkingsmiddelen vanuit Onderwijs. De werkingsmiddelen voor deze instellingen werden ingeschreven in onderwijsdecreet XX. Er is evenwel tegelijkertijd een bepaling ingeschreven die de Vlaamse overheid de ruimte biedt om deze middelen enkel toe te kennen als ze beschikbaar zijn.

De internaten van het buitengewoon onderwijs zijn voor hun werking afhankelijk van de werkingsmiddelen van de internaten van het gewoon onderwijs. Dat maakt dat het geheel van de internaten structureel te weinig werkingsmiddelen genereert.

De IPO’s zijn voor hun werking aangewezen op middelen die voortkomen uit de solidariteit van alle scholengroepen. Deze middelen zijn in se bestemd voor het leerplichtonderwijs en worden op basis van een Raadsbeslissing aan de IPO’s toegewezen volgens hun capaciteit. Daarbovenop krijgen de IPO’s jaarlijks en voor de duurtijd van de transitie een bijkomende subsidiëring vanuit Welzijn.

Voor het verblijf op schoolvrije dagen georganiseerd door de IPO’s en het verblijf op schooldagen georganiseerd door de internaten van het buitengewoon onderwijs heeft de overheid ook tijdens het schooljaar 2016-2017 geen werkingsmiddelen toegekend. Wij herinneren de overheid dan ook aan haar engagement uit 2009. Toen verbond ze zich ertoe om rechtsgrond te geven aan werkingsmiddelen voor de betrokken internaten.

Wij vragen dat hiervoor in de komende jaren, vanaf begroting 2018, in de eerste plaats al de vrijkomende middelen financiering kinderdagverblijven Scholengroep Brussel worden gebruikt. We dringen er ook op aan dat er nog extra budgetten worden vrijgemaakt om de jarenlange onderfinanciering op korte termijn recht te zetten.

Lees het volgende artikel

Ontvang het "Helemaal GO!"-magazine in je mailbox.

Laden...