donderdag 14 november 2019
Jean Surmont directeur Athena GO! campus Pegasus Oostende.jpg

Nooit meer honger

“Tijdens een projectweek van de zesdejaars in Normandië gaven we de leerlingen de opdracht om zelf voor hun eten te zorgen. Aan de kraampjes van een lokale markt bleken ze amper in staat om duidelijk te maken wat ze wilden. Sommigen lieten het daarbij en kozen er dan maar voor om de dag zonder eten door te komen. Als het nu net de school is die hen het durven spreken in een vreemde taal belet, waar zijn we dan mee bezig?”, vroeg Jean Surmont zich af. Jean Surmont is directeur van Athena, GO! campus Pegasus in Oostende en pionier van CLIL avant la lettre.

“Hoe brengen we leerlingen dan wel tot spreken?, vroeg ik me af. Leerlingen die tijdens de taallessen zwijgen uit schrik om fouten te maken en slechte punten te scoren, dat kan toch niet de bedoeling zijn?

Een tiental jaar geleden volgde ik een verhelderende studiedag aan de VUB over de voordelen van meertalig onderwijs. In Wallonië en in het buitenland liepen er al enkele proefprojecten over het gebruik van vreemde talen als onderwijstaal. In het kader van de proeftuinen rond onderwijsvernieuwing was het gebruik van vreemde talen in de zaakvakken door de hotelschool in Hasselt een inspirerend voorbeeld.”

Vanwaar de keuze om wiskunde in het Frans te geven?

“Het werd me gauw duidelijk dat we de eerste stappen naar meertalig onderwijs moesten zetten door een ‘niet-talig’ vak met een vreemde taal te combineren. Wiskunde is hiervoor uitermate geschikt. Het heeft een eigen symboliek en begrippenkader. Beide zijn voor alle talen nagenoeg identiek en bieden dus een duidelijk houvast. Je bouwt een figuurlijke stelling op waar je nieuwe kennis, begrippen en parallelle termen in een andere taal aan vasthaakt. Bij een ‘talig’ vak als geschiedenis heb je dat houvast niet.” (Voor andere scholen blijkt geschiedenis net wel een gegeerd CLIL-vak, nvdr)

Liepen de leerkrachten warm voor je idee?

“Toen ik ze voorstelde om de combinatie wiskunde-Frans uit te proberen, vonden ze het een ‘leuk idee’ en reageerden ze van ‘doe maar’. We besloten het eerst op beperkte schaal uit te proberen. Als we zouden merken dat het niks opbracht, konden we ermee ophouden. Het mocht zeker niet ten koste gaan van andere leervakken en we zouden geen leerkrachten dwingen om in een andere taal les te geven.

We begonnen er een tiental schooljaren geleden aan zonder dat er toen van CLIL sprake was. Gelukkig hadden we een wiskundeleraar die perfect tweetalig was. Als we de leerlingen hadden laten kiezen, hadden ze zeker voor het Engels gekozen. Maar de kennis van onze eerstejaars van onze tweede landstaal is vrij beperkt en bovendien staat de kennis van het Frans onder druk. En Frans is in onze streek nu eenmaal belangrijk voor toerisme en horeca.”

quote icoon

Leerlingen die tijdens de taallessen zwijgen uit schrik om fouten te maken en slechte punten te scoren, dat kan toch niet de bedoeling zijn?

— Jean Surmont, directeur Athena, GO! campus Pegasus Oostende

Hoe reageerden de ouders?

“Samen met deskundigen van de VUB probeerden we de ouders van de voordelen van meertalig onderwijs te overtuigen. Ik voelde de huivering in de zaal. Wiskunde met Frans combineren. Hoe breng je beide boemannen bij elkaar?

Veertig van de ongeveer honderd eerstejaars kozen toch voor de meertalige aanpak. Het daaropvolgende schooljaar was dat al 90 procent. In de meertalige klas gaven we de wiskundeleerstof eerst in het Nederlands, de daaropvolgende wiskundeles herhaalden we de leerstof in het Frans. Daarvoor gebruikten we de lesuren uit de vrije ruimte.” (Dit is een mogelijke manier om met clil'en te beginnen. De meeste scholen slaan de tussenstap in het Nederlands over en geven het leervak stap voor stap opbouwend in de CLIL-taal, nvdr)

Wat is het profiel van een CLIL-leerkracht?

“De werklast van de CLIL-leerkrachten is niet te onderschatten. Ze moeten in de eerste plaats het leervak beheersen, de CLIL-taal voldoende onder de knie hebben, flexibel zijn, leerlingen aanmoedigen om te durven spreken, en daarbij corrigerend en niet bestraffend optreden. Ze beginnen van nul en ontwikkelen hun cursus zelf. Via navorming maken ze zich de CLIL-methodologie eigen. Voor beginnende leerkrachten is dat niet vanzelfsprekend. De CLIL-leerkrachten bepalen zelf de mate waarop ze van de CLIL-taal gebruik maken. De inhoud van het vak primeert altijd.”

Loopt de vreemde taal de kennis van het zaakvak niet in de weg?

“Hoe vroeger je met meertalig onderwijs begint, hoe sterker je brein zich ontwikkelt. Je hersenen worden geprikkeld om probleemoplossend te denken. Ik vergelijk het graag met muziek. Als je tegelijk piano en viool leert spelen, zal dat voor beide in het begin remmend werken. Maar op een bepaald moment bereik je het punt dat het ene instrument het andere niet meer in de weg staat. Je boekt vooruitgang met beide. Dat geldt ook voor de combinatie wiskunde-Frans. In het begin wordt de kennis van de wiskunde door de omweg via het Frans wat geremd, tot de vreemde taal de wiskundige kennis niet meer hindert en ook het taalgevoel erop vooruit gaat.”

quote icoon

Het mooiste is dat je leerlingen ziet veranderen. Ze kunnen en durven zich beter uitdrukken. Ik heb nog geen enkele leerling horen zeggen ‘Ik doe het niet graag’.

— Jean Surmont, directeur Athena, GO! campus Pegasus Oostende

Staat meertaligheid niet haaks op de roep naar ‘meer Nederlands’?

“Meertalig onderwijs is geen bedreiging voor het Nederlands. ze scherpt integendeel het algemene taalgevoel aan, dus ook dat van het Nederlands.

Een meertalenbeleid geeft de verschillende op school gehanteerde talen een doordachte plaats: het Nederlands als schooltaal en de onderwezen vreemde talen naast de omgangstaal van de leerlingen, de thuistaal en het dialect.

De CLIL-aanpak steunt op de visie van de school op het onderwijs in vreemde talen. Overleg tussen de taal- en de CLIL-leerkrachten is hierbij belangrijk.”

Hoeveel leerlingen clil'en er nu?

“Van onze 1420 leerlingen clil'en er 670. In de eerste graad geven we de vijf lesuren wiskunde in het Frans, in de tweede graad in het Engels. Fysica, Informatica, Economie en Culturele Wetenschappen bieden we in het Engels aan. Als we een bepaalde klas niet in een CLIL- en niet-CLIL-klas kunnen splitsen, zoeken we hiervoor toch een oplossing in de hoop dat die investering zich het volgende schooljaar terugverdient. Bij de eerstejaars is de verhouding clil’ers - niet-clil’ers fiftyfifty. Bij de tweedejaars geven we het zaakvak bijna uitsluitend in de CLIL-taal.”

Zit er nog uitbreiding in?

“Vanaf het derde jaar willen we ook vakken in het Duits aanbieden, maar hier leerkrachten voor vinden ligt moeilijker. Na de wetenschappelijke vakken willen we CLIL ook in de lessen geschiedenis en de cultuurvakken introduceren. Voor de aanpak daarvan doen we een beroep op begeleiding van de VUB. We willen ook sterker op co-teaching met de taalleerkrachten inzetten. Alles hangt af in hoeverre we van de overheid ons CLIL-aanbod nog mogen uitbreiden.”

quote icoon

Leerkrachten of aspirant-leerkrachten willen hier per se les geven of stage lopen. CLIL zorgt voor een voelbare dynamiek in het lerarenteam: we voelen dat we met iets waardevols bezig zijn.

— Jean Surmont, directeur Athena, GO! campus Pegasus Oostende

Wat betekent CLIL voor de school?

“Naast onze nieuwe, moderne schoolgebouwen zorgde onze CLIL-aanpak voor een duidelijk aanzuigeffect en een stijgend leerlingenaantal. Ouders kiezen in het belang van hun kind voor meertaligheid en vinden daardoor de weg naar onze school. Leerkrachten of aspirant-leerkrachten willen hier per se les geven of stage lopen. CLIL zorgt voor een voelbare dynamiek in het lerarenteam: we voelen dat we met iets waardevols bezig zijn. Maar het mooiste is dat je de leerlingen ziet veranderen. Ze kunnen en durven zich beter uitdrukken en zullen niet meer met honger aan tafel gaan zitten. Ik heb nog geen enkele leerling horen zeggen ‘Ik doe het niet graag’.”

Welke raad geef je scholen die met CLIL willen beginnen?

“Licht vooral de ouders goed in. Dat het misschien allemaal nieuw is maar dat je aanpak door wetenschappelijk onderzoek wordt gesteund. En dat het in het begin misschien niet altijd perfect verloopt, maar dat ze met hun vragen en bedenkingen altijd in de school terecht kunnen.”

Is de hervorming van het secundair onderwijs geen rem om nu met CLIL te starten?

“Structuur en aanbod staan los van elkaar. Als je wil zwemmen, moet je springen, en niet bang afwachtend aan de kant blijven staan. Maar CLIL is geen gimmick. Als je ermee begint, moet je er echt wel van overtuigd zijn en weten welke rol meertaligheid in je schoolvisie en aanbod speelt.”

Frans in het Engels, is dat het toppunt van CLIL?

“We moeten het niet te ingewikkeld maken. Maar er zijn scholen die Latijn in het Engels geven. Zo maak je een dode weer levend.”

 

Ontvang het "Helemaal GO!"-magazine in je mailbox.

Laden...