vrijdag 13 september 2019
speerpunten_rh.jpg

Speerpunten en strategische projecten

Strategisch plan

In 2018 werd uiteraard verder gewerkt aan de doelstellingen die werden omschreven in het strategisch plan GO! 2020.

Strategische doelstelling 1: Het GO! vormt leerlingen en cursisten tot kritische burgers die samen leren samenleven in een continu veranderende maatschappij.

Met een kick-off in mei 2018 werd de leerlijn Actief burgerschap voorgesteld aan de professionals van het GO!. Begin september 2018 is de leerlijn toegepast in 60 scholen. Tegelijkertijd werd een opleiding vakdidactiek burgerschap aangeboden door de PBD-GO! (zie verder in dit hoofdstuk).

In het project ‘Implementatie neutraliteit’ is men begonnen met het opstellen van een handleiding voor scholen over hoe omgaan met de levensbeschouwelijke, etnische en culturele diversiteit. Focusgroepen met leerkrachten, (algemeen) directeurs, zorgcoördinatoren en CLB-medewerkers leverden daartoe al materiaal af. In september 2019 wordt de handleiding digitaal ter beschikking gesteld.

Strategische doelstelling 2: Het GO! garandeert kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen.

Leerlingenbegeleiding is vanaf schooljaar 2018-2019 een bijkomende erkenningsvoorwaarde voor scholen. In het project ‘Leerlingenbegeleiding’ werd daarom toegewerkt naar een overkoepelende visie op leerlingenbegeleiding. Er werden professionaliseringsinitiatieven ontwikkeld, die opgenomen werden in het driejaarlijkse begeleidingsplan 2018-2021 van de PBD-GO!. Meer dan 260 scholen tekenden op dit aanbod in. Ook de uitrol van het ondersteuningsmodel en de professionalisering van de ondersteuningsteams worden opgevolgd. Het GO! verkreeg een projectsubsidie voor een prioritair nascholingsaanbod. Met het project ‘TOP-competent’ (Teamgericht Ondersteunde Professionals) met verbindende competenties bereikt de PBD-GO! in het huidige schooljaar 17 ondersteuningsteams.

Om de uitrol van de modernisering SO voor te bereiden werd verder geïnformeerd en gesensibiliseerd. In het ondersteuningsaanbod van de PBD-GO! lag de focus op de uitrol van de vernieuwde eerste graad. Er werd enerzijds begeleiding bij verandertrajecten geboden en anderzijds tal van professionaliseringsinitiatieven genomen om de nieuwe eindtermen in de klaspraktijk toe te passen. Er is ook een communicatieplan uitgewerkt (zie verder in dit hoofdstuk).

Naar aanleiding van de nieuwe rationalisatienormen voor het volwassenenonderwijs werd een herstructureringsplan opgesteld. Het projectteam rond het versterken van het volwassenenonderwijs ontwikkelde tal van tools om de fusies te ondersteunen. Tijdens de SOM-dag werden mogelijk succesvolle vormen van samenwerking tussen het volwassenenonderwijs en het leerplichtonderwijs toegelicht. Op 1 september 2018 werd een beperkt aantal eerste fusies opgeleverd. Overleg- en fusieprocessen in het kader van de fusies op 1 september 2019 werden in de loop van 2018 bewerkstelligd en gefaciliteerd (zie verder in dit hoofdstuk).

Het project ‘IXZO!’ behelsde de bouw van een digitaal leerplatform dat een brug slaat tussen een open pedagogisch-didactische omgeving en nieuwe technologieën zoals artificiële intelligentie. Met IXZO! kunnen leerlingen, onder coaching van hun leerkrachten, hun leren zelf opvolgen. Begeleidsters in kinderdagverblijven kunnen de ontwikkeling van baby’s en peuters observeren en volgen. Het werkt vanuit principes als flexibel leren, doelgericht evalueren, co-teaching, projectgericht leren en leermateriaal doelgericht deelbaar en vindbaar maken. In één basisschool, tien scholen van het secundair onderwijs en 25 kinderdagverblijven van het GO! werd het nieuwe leerplatform proefgedraaid. Kinderbegeleidsters gebruiken IXZO! ook om activiteiten met elkaar te delen.

Strategische doelstelling 3: Elke medewerker van het GO! is een geëngageerde professional.

Er liepen verscheidene professionaliseringstrajecten op de drie bestuursniveaus.

De leden van de raden van bestuur hebben hun professionaliseringstraject doorlopen met een startdag op 2 juni en drie themadagen verspreid over het jaar (zie verder in dit hoofdstuk).

Aan startende algemeen directeurs werd aanvangsbegeleiding geboden. In een ander traject gingen alle algemeen directeurs aan de slag met ‘collegiale consultatie’ om de kennisuitwisseling te versterken. Het eind 2016 opgerichte lerend netwerk HR heeft een aantal instrumenten voor scholengroepen ontwikkeld. Het stappenplan voor werving en selectie én het stappenplan voor welzijnsbeleid zijn afgerond en klaar voor implementatie en werden gedeeld via Smartschool.

Bij de centrale administratieve diensten zijn de functieprofielen voor de functieclassificatie herwerkt. Bij de pedagogische begeleidingsdienst zullen de nieuwe functiebeschrijvingen toegepast worden. Er is een nieuw personeelsplan opgemaakt.

Strategische doelstelling 4: De bestuurlijke organisatie van het GO! is efficiënt, performant en wendbaar.

Binnen het project ‘Bestuurlijke optimalisatie’ werd een visietekst en een mogelijk organisatiemodel ontwikkeld. Er werden enkele piloten opgestart om na te gaan hoe de verschillende bestuursniveaus beter kunnen samenwerken om de efficiëntie en effectiviteit te verhogen, bv. om data beter te ontsluiten en analyseren en de Algemene Verordening Gegevensbescherming te implementeren.

Strategische doelstelling 5: Het GO! streeft naar inspirerende, innovatieve en kwaliteitsvolle scholen door middel van een globaal beleid rond schoolinfrastructuur.

Met het afronden van het project ‘Monitoring vastgoedkenmerken’ is een mijlpaal bereikt in het registreren van het GO! patrimonium: eind november was alles correct ingevoerd in het Facilitair Management- en Informatiesysteem (zie verder in dit hoofdstuk). Het project ‘Beleid rond alternatieve financiering’ boekte heel wat vooruitgang met het uitwerken van een kader voor spontane en noodzakelijke projecten via publiek-private samenwerking. Het project ‘Integraalplannen’ wordt half 2019 afgerond. Er wordt nagegaan hoe we dit duurzaam in de werking kunnen verankeren.

Net-brede implementatie leerlijn Actief burgerschap

Het realiseren van het PPGO! door meer burgerschapsvorming en een burgerschapsbeleid op school is een belangrijk onderdeel van het GO! strategisch plan. Hiertoe werden verschillende instrumenten ontwikkeld, waaronder een digitale burgerschapsbooster die de scholen in staat stelt om hun burgerschapsbeleid te monitoren. Het belangrijkste instrument is de leerlijn Actief burgerschap (LLAB) die secundaire scholen moet ondersteunen om burgerschap integraal deel te laten uitmaken van het curriculum.

De leerlijn Actief burgerschap had in het voorbije werkjaar tot doel de ‘levensvatbaarheid’ (getrouwe toepassing door leerkrachten) van het curriculum Actief burgerschap te testen. Een lerend netwerk van elf pilootscholen en zeventien leerkrachten heeft dit op zich genomen. Via supervisie wilde het lerend netwerk ervaringen en expertise delen over alle onderdelen van een krachtige leeromgeving en daarnaast ook de competentiegerichte leerlijndoelstellingen zo verstaanbaar mogelijk formuleren voor leerkrachten in alle graden van het secundair onderwijs. Op basis hiervan en ook van kwalitatieve interviews met directeurs werden randvoorwaarden voor succesvolle implementatie op school- en klasniveau in kaart gebracht.

Parallel aan het lerend netwerk en de implementatie van het curriculum in de klascontext werd een traject voor de professionalisering van de pilootleerkrachten in (vak)didactiek actief burgerschap opgestart, om de transfer van het curriculum naar de leerlingen te waarborgen. Er werd een kleinschalige effectmeting bij de deelnemers uitgevoerd om na te gaan of het opleidingsaanbod aansloot op het curriculum.

Al deze initiatieven en de resultaten ervan werden te boek gesteld in de publicatie ‘Groeien in actief burgerschap. Samen leren samenleven’ (265 blz.), die via het GO! publicatiefonds in augustus 2018 verscheen. Om de collega’s in de scholen te sensibiliseren, organiseerde de PBD-GO! in mei en augustus evenementen rond de leerlijn, waaraan telkens ongeveer 120 personen deelnamen.

In het najaar ging de aandacht naar de nieuwe eindtermen eerste graad en het verankeren van burgerschap in de basisvorming. Met dat doel werd gewerkt aan de concordantie tussen de LLAB en de nieuwe eindtermen. Dit vormt de basis voor een didactisch cahier over de transversale eindtermen burgerschap. Doel is een didactisch cahier burgerschap samen te stellen waarin gedetailleerd wordt uitgelegd hoe alle scholen de inclusieve en emancipatorische burgerschapsprincipes van het GO! in praktijk kunnen brengen.

Qua net-brede implementatie werd aan de volgende doelen gewerkt:

  • LLAB als eerste (wetenschappelijk ontworpen) curriculum in Vlaanderen afwerken;
  • starten met het omzetten van de publicatie ‘Groeien in actief burgerschap. Samen leren samenleven’ naar een leerplan ‘Burgerschap’ in Smartschool voor de realisatie van de transversale eindtermen burgerschap eerste graad;
  • van 11 pilootscholen groeien naar een goede 60 scholen en ongeveer 90 leerkrachten;
  • een pedagogisch begeleider Burgerschap aanwerven om de overstap van een activerende naar een emancipatorische burgerschapsdidactiek net-breed te starten;
  • aanbevelingsgraad - ‘zou je deze opleiding aan collega’s aanraden?’ - van opleidingspakket door deelnemers: 100%;
  • uit trendanalyse rond de toepassing van LLAB (UGent 2018) blijkt het volgende:
    • er is meer burgerschapsattitude bij leerlingen in scholen met aandacht voor filosoferen in LLAB
    • er zijn meer burgerschapsvaardigheden bij leerlingen die positiever staan tegenover diversiteit, mensenrechten en betrokkenheid (d.i. de hoofdcompetentie Duurzaam samenleven van LLAB)
    • er zijn meer burgerschapsvaardigheden bij leerlingen waar actief burgerschap in een extra ondersteunend vak aangeboden wordt.
  • starten met het herwerken van de burgerschapsbooster als beginsituatieanalyse voor burgerschapsattitudes en burgerschapscultuur op school.

Implementatie van het R-OK

Onder het motto ‘Het R-OK is van iedereen en het R-OK is overal’ is het GO! op de ingeslagen weg verder gegaan. In overleg met de scholengroepen werden verder materialen, instrumenten en begeleidingstrajecten (professionaliseringsinitiatieven en verandertrajecten) ontwikkeld.

Een dynamische virtuele klas met materialen is beschikbaar gesteld voor scholen. Centraal daarbinnen staat de GO! eigen R-OK-Wijs. Dit instrument vertaalt de kwaliteitsverwachtingen en kwaliteitsbeelden van het PPGO! voor de lerenden. Het R-OK wordt op die manier verder concreet en onmiddellijk bruikbaar gemaakt voor de schoolpraktijk.

Er is ook volop gewerkt aan een zelfevaluatietool die de principes van kwaliteitsontwikkeling, ontwikkelingsgericht werken en R-OK-Wijs integreert. Dit instrumentarium (R-OK-Zet) is gelanceerd op 14 december 2018 en vindt zijn weg naar scholengroepen en scholen.

Bij het ontwikkelen van het driejarige begeleidingsplan van de PBD-GO! werd het R-OK als kader gebruikt. De principes van kwaliteitsontwikkeling, zoals geformuleerd in het R-OK, worden geïntegreerd toegepast in al de begeleidingstrajecten. In elk begeleidingstraject komen dus de volgende aspecten aan bod:

  • R-OK-Wijs gebruiken als referentiekader;
  • data gebruiken voor beleidsvoering;
  • effecten op het niveau van de lerende vooropstellen;
  • de PDCA-cirkel toepassen;
  • de vooropgestelde visie doortrekken in heel de werking;
  • de kwaliteitscultuur in de organisatie versterken.

Daarnaast is er het modulair opgebouwde traject ‘Kwaliteitsontwikkeling via R-OK-Wijs’: dit traject biedt scholengroepen en scholengemeenschappen de kans om zich nog dieper te professionaliseren in kwaliteitsontwikkeling en er praktijkgericht mee aan de slag te gaan.

Ondersteuningsnetwerken officieel onderwijs

In de aanloop naar de Vlaanderen-brede implementatie van netoverstijgende ondersteuningsnetwerken officieel onderwijs, zoals dat bij decreet is opgelegd, organiseerde de PBD-GO! plaatsbezoeken en gesprekken met beleidsverantwoordelijken van de drie verstrekkers van officieel onderwijs. Dit heeft de toenadering tot elkaar bevorderd en ervoor gezorgd dat nagenoeg alle officiële scholen zich bij de officiële netwerken aansloten.

De PBD-GO! begeleidde de beleidsstructuren van deze nieuwe ondersteuningsnetwerken in hun eerste stappen naar een gezamenlijke visie en keuze voor werkbare modellen. In het schooljaar 2017-2018 was de dienst immers intensief betrokken in het beleidscomité van het officiële netwerk ‘Centrum’, dat toen reeds van start ging, en kon dus de daar opgedane ervaringen goed gebruiken.

Gezamenlijke structuren en systemen opbouwen is één ding, ondersteuners vanuit de verschillende onderwijsverstrekkers laten samenwerken en hen professionaliseren is een andere zaak. Via regelmatig overleg en afstemming lukte het om een coherent en complementair professionaliseringsaanbod voor de ondersteuners tot stand te brengen. Er moest daarbij rekening gehouden worden met het feit dat halverwege het jaar de middelen competentiebegeleiding ingekrompen waren. De PBD-GO! ontwikkelde ook een aanbod binnen het prioritaire nascholingsprogramma, dat in september van start kon gaan.

Dankzij de deelname vanuit POC en PBD-GO! aan de stuurgroep Ondersteuningsmodel kan de administratie de vele evoluties op dit terrein capteren en er via de geëigende beleidskanalen op anticiperen en erover communiceren.

Toekomstplan basisonderwijs: bijdrage van de sociale partners

Enkele jaren geleden is vanuit de Vlor de vraag ontstaan naar een toekomstgerichte visie, over de legislaturen heen, voor het basisonderwijs. Aanleiding tot de vraag is de vaststelling dat het basisonderwijs extra ondersteuning en versterking nodig heeft. Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits is hierop ingegaan, meer bepaald door in haar beleidsbrieven een dergelijke visie aan te kondigen.

Van eind mei tot september liepen in Sectorcomité X verkennende gesprekken tussen de sociale partners over een mogelijke gezamenlijke invalshoek voor dit debat. Deze gesprekken brachten de sociale partners tot een finaal document ('Naar een sterk, duurzaam en veerkrachtig basisonderwijs. Principes en ambities van de sociale partners'), dat ze op 20 september aan de minister overhandigden. Het GO! onderschreef als een van de sociale partners deze tekst. Dit zijn de hoofdlijnen:

1. Maatregelen die de koopkracht waarborgen:

  • de indexering van middelen herinvoeren, vanaf begrotingsjaar 2019;
  • de middelen kleuteronderwijs gelijkschakelen met de middelen lager onderwijs, vanaf volgende legislatuur en met een jaarlijkse verhoging. 
toekomstplan_basisonderwijs2018.JPG

2. Middelen om de primaire processen te versterken:

  • 2 bijkomende lestijden lichamelijke opvoeding per klas (18,5 leerlingen). Overleg en professionalisering;
  • 1 zorgleraar per 83 leerlingen (fase 0 en 1). De zorgwerking versterken;
  • 1 kinderverzorger voor instapklas en eerste kleuterklas (18,5 leerlingen). Het kleuteronderwijs versterken.

Deze middelen worden gevraagd vanaf 2019 en met jaarlijks bijkomende middelen gedurende tien jaar.

3. Investeren in de secundaire processen:

  • de lesopdracht voor de directeur verlagen tot 83 leerlingen, zoals in het secundair onderwijs;
  • de enveloppe voor beleids- en administratieve omkadering verhogen tot 3 punten gemiddeld per leerling.

Deze middelen worden gevraagd vanaf 2019 en met jaarlijks bijkomende middelen gedurende tien jaar.

De sociale partners vragen dat voor al deze werkingsmiddelen en omkadering rekening gehouden wordt met de leerlingenkenmerken (SES).

Modernisering SO en nieuwe eindtermen

Ontwikkelcommissies

De PBD-GO! heeft de scholen verder ondersteund en voorbereid op de geplande modernisering van het secundair onderwijs, die onder meer gepaard gaat met de invoering van nieuwe eindtermen voor de eerste graad (vanaf september 2019). De nieuwe eindtermen werden geformuleerd door AHOVOKS, in samenspraak met de verschillende onderwijsverstrekkers.

Het Vlaams Parlement legde op 17 januari de contouren voor de nieuwe eindtermen per decreet vast. De goedkeuring van het decreet betekende meteen het officiële startschot voor de ontwikkelcommissies, waarin ook de PBD‐GO! vertegenwoordigd was. Verschillende medewerkers van de dienst hebben de collega’s bij hun taak in deze commissies ondersteund: zij hebben de door AHOVOKS geformuleerde voorstellen gescreend op haalbaarheid, duidelijkheid en volledigheid en eventuele wijzigingen voorgesteld. De ontwikkelcommissies hebben eind april hun werk afgerond.

Gezamenlijke leerplannen officieel onderwijs

Gekoppeld aan de eindtermen startte de voorbereiding van een nieuw concept ‘leerplannen officieel onderwijs’. Dat houdt in dat men leerplannen wil hebben die zo open mogelijk, flexibel in te zetten en minimaal sturend zijn. Men wil ook multidisciplinaire samenwerking tussen leerkrachten stimuleren, binnenklasdifferentiatie bevorderen en ondersteuning bieden in het realiseren van een individueel aangepast curriculum (IAC). Alle verstrekkers van officieel onderwijs hebben de behoefte aan deze professionele ruimte voor schoolteams onderstreept. Aan de hand van dit concept werd de ontwikkeling van een leerplan voor de A‐ en één voor de B-stroom voorbereid.

Het ontwikkelen van gezamenlijke leerplannen officieel onderwijs is een belangrijke factor voor het tot stand brengen van sterkere samenwerking tussen de aanbieders van officieel onderwijs. Sinds het schooljaar 2017‐2018 hebben zij de leerplannen secundair onderwijs samen ontwikkeld. Momenteel is men het nieuwe leerplanconcept volop aan het uitwerken volgens de principes van de modernisering SO. Heel dit vernieuwingsproces zal allicht nog enkele schooljaren in beslag nemen, vermits de leerplannen van het nieuwe concept fasegewijs worden ingevoerd.

Implementatie modernisering SO

Wat het implementeren van de modernisering SO betreft, kiest de PBD‐GO! voor de digitale weg. Er werd een ‘medewerker innovatief curriculum’ aangeworven die zich verdiepte in de samenwerking en het ICT‐gebruik van de scholengroepen, het ‘herdenken’ van het concept ‘lessentabel’ en een eerste ontwerp voor een digitaal cahier.

Om de leraren maximaal te ondersteunen zijn in het voorjaar leraren, pedagogisch begeleiders en experten uit het hoger onderwijs samengebracht in schrijfgroepen. Voor elke eindterm maken zij een didactische fiche met een inhoudelijke toelichting, pedagogisch-didactische wenken, horizontale en verticale verbanden en tips om te evalueren en differentiëren. Deze fiches worden, naast andere ondersteunende teksten, opgenomen in het digitale cahier.

gezamenlijkeleerplannenofficieelonderwijs2018.JPG

In het najaar startte het traject voor de implementatie van de modernisering SO. In een eerste fase werden scholengemeenschappen en scholen begeleid bij hun beleidsmatige aanpak van de modernisering en de mogelijke organisatorische wijzigingen die dit met zich meebrengt. In een tweede fase, vanaf voorjaar 2019 maar voorbereid in het najaar 2018, worden ook leraren ondersteund via informatie- en vormingssessies rond de nieuwe eindtermen.

Hertekening volwassenenonderwijs

Artikel 24 van de Grondwet bepaalt dat de gemeenschap neutraal onderwijs organiseert en de keuzevrijheid van de ouders waarborgt. Hiermee onderscheidt het GO! zich van andere onderwijsverstrekkers. Overeenkomstig het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van het opleidingsaanbod in het volwassenenonderwijs (19 juli 2007, laatst gewijzigd op 10 april 2017), spelen de principes van de vrije keuze eveneens in of voor het volwassenenonderwijs een rol. Daarom werd een voorstel uitgewerkt om regionaal een welomschreven aanbod aan (secundair) volwassenenonderwijs gegarandeerd te kunnen organiseren. Dit voorstel werd in december voorgelegd aan de Raad GO!.

Via Onderwijsdecreet XXVII gelden vanaf 1 september 2019 nieuwe rationalisatie- of bestaansnormen voor het secundair volwassenenonderwijs Voor het merendeel van de centra voor volwassenenonderwijs wordt 700.000 lesurencursist de norm. De centra moeten de normen halen, willen ze in de overheidsfinanciering opgenomen worden of blijven. Eén enkel genadejaar is mogelijk.

In het voorbije jaar werden de centra verder begeleid om die uitdagingen aan te kunnen. De nieuwe normen impliceren een ingrijpende hertekening van het landschap: een mix van overnames, fusies en overhevelingen, waardoor het aantal centra van het GO! (instellingsnummers) nagenoeg wordt gehalveerd. De centrale diensten hebben verschillende fusieprocessen op gang geholpen en overnamegesprekken voorbereid, ook met andere onderwijsverstrekkers. De opvolging van het geheel werd (deels) ingebed in de huidige regionale samenwerkingsplatformen Volwassenenonderwijs van het GO! en ging gepaard met uiteenlopende vormen van overleg en toelichting (onder meer in de raden van bestuur van de betrokken scholengroepen).

Er werden daartoe specifieke tools ontwikkeld:

  • een model van overeenkomst tot overname van een CVO van het GO! door een andere GO! scholengroep;
  • het modeldocument ‘Beslissing raad van bestuur van een GO! scholengroep’;
  • een model van gebruiksovereenkomst in het kader van een fusie;
  • simulaties;
  • een model om de hospiteringskosten te berekenen;
  • aansturingsmodel en organigram voor een fusiecentrum;
  • een model ‘Samenwerkingsprotocol in het kader van de bijkomende schaalgrootte-incentive’;
  • een sjabloon voor het opvragen van loopbaanfiches;
  • een korte handleiding rond personeelskwesties bij fusies;
  • een document rond TBSOB in het volwassenenonderwijs.

In verband met het personeel ging bijzondere aandacht naar de instellingen met HBO of SLO: daar is de situatie nog een stuk complexer door de overdracht op 1 september 2019 van het HBO en de lerarenopleiding naar het hoger onderwijs.

De ‘SOM-dag’ (SOM=Samen Onderwijs Maken) op 17 januari stond in het teken van ‘een sterk aanbod, ondanks schaalvergroting en herstructurering’. Allerlei mogelijke vormen van (win-win)samenwerking tussen CVO’s en scholen voor leerplichtonderwijs werden toegelicht: samenwerkingsinitiatieven voor anderstalige ouders, leerlingen en cursisten, samenwerking binnen beroepsgerichte opleidingen, samenwerking rond de ongekwalificeerde uitstroom of rond de professionalisering van leerkrachten, of op het vlak van de loopbaan van het personeel.

Project ‘Monitoring vastgoedkenmerken’

Eind november werd het project ‘Monitoring vastgoedkenmerken’ volledig afgerond. Hiermee zet het GO! een zeer belangrijke stap in het in kaart brengen van de kwaliteit van het patrimonium. Via een zelf ontwikkelde methodiek werd een aantal basiskenmerken van alle GO! gebouwen geïnventariseerd. Aan vijf gebouwonderdelen (dak, gevel, buitenschrijnwerk, sanitair en verwarming) werd een score van 1 tot 6 toegekend voor de staat van het gebouwonderdeel en zijn geschatte levensduur.

Ook het bouwjaar en eventueel renovatiejaar, het gebruik en de typologie van het gebouw werden gecapteerd en verzameld via het FMIS (facilitair managementinformatiesysteem). Het inventariseren van de ongeveer 3.700 gebouwen heeft negen maanden in beslag genomen.

Met deze data kunnen we op een objectieve en onderbouwde manier de noden berekenen, het beleid onderbouwen, beleidskeuzes afwegen en prioriteiten stellen bij de selectie van projecten.

Aan elk gebouw wordt een typologie toegekend. De volgende typologieën komen het meest voor:

  • 25% van de oppervlakte van alle schoolgebouwen zijn prefab gebouwen (met stalen of betonnen kolommen en minstens twee bouwlagen);
  • 23% is opgetrokken via de klassieke bouwmethodes (metselwerk);
  • 14% van de totale oppervlakte bestaat uit paviljoenen (eenlaagse structuur, snel gebouwd voor ‘tijdelijk’ gebruik).
project_monitoring_vastgoedkenmerken2018.JPG

Van de verschillende types paviljoenen zijn de houten en stalen constructies het minst kwalitatief. Bij prefab schoolgebouwen ligt het grootste probleem bij de staalskeletconstructies met vliesgevels.

Onderstaande grafiek toont voor elk van de vijf gebouwonderdelen in welke staat de gebouwen verkeren. Bv. verwarming: de gebouwoppervlakte met een verwarming in goede tot matige staat (scores 1, 2 en 3) is hoger dan de gebouwen met een verwarming in slechte tot penibele staat (4 t.e.m. 6). Bij daken en vooral schrijnwerk is het andersom: er is meer oppervlakte waarvan het dak of het schrijnwerk zich in slechte staat bevindt, dan in goede staat.

professionalisering_raden_van_bestuur_na_verkiezingen2018.JPG

Professionalisering raden van bestuur na verkiezingen

De scholengroepen van het GO! zijn regionale inrichtende machten met verregaande bevoegdheden voor verschillende aspecten van de onderwijsorganisatie in hun regio: algemeen, pedagogisch, materieel, financiën en personeel. De nieuwe raden van bestuur (na verkiezingen) van de scholengroepen werden op 1 april geïnstalleerd.

Deze raden krijgen met steeds complexere materie te maken en daarom boden de centrale diensten de (her)verkozen leden een professionaliseringsprogramma aan. Dit programma had verschillende doelstellingen:

1. de leden inhoudelijk versterken op het vlak van:

  • het algemeen en strategisch beleid
  • bestuurlijke optimalisatie
  • de organisatie van het GO! en het Bijzonder decreet betreffende het gemeenschapsonderwijs
  • kennis van het pedagogisch project van het GO!
  • financiën
  • infrastructuur
  • communicatie
  • personeelsbeleid
  • pedagogisch beleid.

2. een netwerk vormen onder de leden van de verschillende raden van bestuur
3. de communicatie en samenwerking tussen de raden van bestuur en de centrale diensten bevorderen
4. de samenwerking tussen de raden van bestuur en de algemeen directeurs bevorderen.

Het programma startte met een introductiedag op 2 juni. Daarop volgen zes themadagen, elk gewijd aan een van de beleidsdomeinen waarvoor de raden van bestuur verantwoordelijkheid dragen. Drie themadagen hebben al plaatsgevonden in 2018: pedagogisch beleid/bestuurlijke optimalisatie (23 juni), financieel beleid (13 oktober) en materieel beleid (24 november). De andere drie themadagen vinden plaats in 2019. Het ligt in de bedoeling om, op basis van de feedback die op deze themadagen gegeven wordt, later ook verdiepende modules aan te bieden.

Memorandum 2019-2024 (traject)

Het GO! memorandum 2019-2024 is het gefundeerde sluitstuk van een intensief traject waarbij alle GO! geledingen actief betrokken werden. Maar liefst 21.550 GO! leerlingen, cursisten, ouders en onderwijsprofessionals lieten hun stem horen. Onze verwachtingen ten aanzien van de overheid rond onderwijs in het algemeen en het GO! in het bijzonder zijn dus diep en sterk geworteld in de praktijk.

Het brede participatief traject naar het tot stand komen van het memorandum startte al in december 2017 en liep tot april 2018. Om de drie grote doelgroepen (leerlingen/cursisten, ouders en onderwijsprofessionals) maximaal te betrekken, werden verschillende methodieken toegepast:

  • online bevragingen ‘op maat’ van onze professionals, ouders en cursisten;
  • een ambitieus en breed opgezet traject voor leerlingen, met een centrale workshop voor de ‘leerlingenambassadeurs GO! memorandum’, een traject in de scholen (de grote GO! enveloppebevraging), een actie van leerlingen tijdens de regionale GO! pop-upsessies en een leerlingenparlement in het Vlaams Parlement om het hele traject af te sluiten. Ter aanvulling werden twee focusgroepen met OKAN-leerlingen georganiseerd;
  • regionale GO! pop-upsessies in Lommel, Diksmuide, Gent, Brussel en Antwerpen, waar de deelnemers dieper ingingen op markante thema’s in de resultaten van de bevragingen.

Hiermee bereikten wij 9.699 professionals, 440 ouders, 600 cursisten, 10.796 leerlingen (1.337 uit het basisonderwijs en 9.559 uit het secundair onderwijs (ASO, BSO, TSO, KSO, BuSO en OKAN)).

Alle aanbevelingen werden geclusterd en vormen de basis van het memorandum. Na analyse van GO! visieteksten, decreten en protocollen, onderzoeksrapporten, inzichten uit nationale en internationale beleidscontexten en een klankbordronde bij onze experten in het Huis van het GO! werden 100 claims geselecteerd om voor te leggen aan de Vlaamse overheid. De Raad van het GO! selecteerde daaruit 11 topprioriteiten, die opgenomen zijn in het Eisencahier 2019-2024, dat met het memorandum een duo vormt.

Ontvang het "Helemaal GO!"-magazine in je mailbox.

Laden...