dinsdag 18 februari 2020

Geen excellent onderwijs zonder excellente algemene vorming

Vorige week trokken enkele directeurs van technische en beroepsscholen aan de alarmbel. De nieuwe eindtermen voor de tweede en derde graad SO leggen te veel nadruk op algemene vorming ten koste van praktijkvakken, vinden ze. Enerzijds is dat begrijpelijk: in technische en beroepsscholen is een sterke praktische en technische vorming onontbeerlijk. Maar laat ons even in perspectief plaatsen wat die grotere nadruk op algemene vorming precies betekent.

De praktische poot blijft sterk

Om het totale plaatje te zien, is het goed om vanuit de cijfers te vertrekken. Het GO! heeft een inschatting gemaakt van het aantal uren basisvorming die nodig zijn om de nieuwe eindtermen te realiseren: per week zullen twee extra lesuren nodig zijn, ongeacht de onderwijsvorm (ASO, TSO of BSO). Twee lesuren die dus bijkomend aan basisvorming worden gespendeerd ‘ten koste van’ praktijkvakken.

Is dat te veel? Vandaag krijgen leerlingen in de derde graad van het BSO tien uren ‘basisvorming’ per week. Tien uur, waarvan er twee voorbestemd zijn voor lichamelijke opvoeding en twee voor levensbeschouwing. De algemene vakken, denk aan wiskunde, STEM en Nederlands, moeten vandaag dus in amper 6 lesuren overgebracht worden. In de tweede graad BSO zijn dat er 8. In het totaal volgen BSO-leerlingen 32 tot 36 uren les. Twee uren afsnoepen om meer basisvorming te geven, betekent dat er in de gemoderniseerde tweede graad nog 18-22 uren ‘praktijk’ overblijven en in de derde graad 20 tot 24 uren. Is dat niet voldoende om een stiel te leren?

Bezorgdheid rond schoolmoeheid en vroegtijdige schooluitval, is terecht. Maar de oplossing daarin ligt niet in wat er geleerd wordt, wel in hoe er geleerd wordt. Het GO! wil dit doen door leerstof aan te bieden op een manier die jongeren stimuleert, en op maat van hun eigen leerproces. Door te blijven inzetten op duaal leren en door leerstof geïntegreerd aan te bieden. Niet door het afslanken van de eindtermen.

Alle kansen in hoger onderwijs

Wat het technisch onderwijs betreft, zijn er andere argumenten om de lat hoog te houden. Want meer en meer is het technisch onderwijs een voorbereiding voor een professionele bacheloropleiding. Dan moeten we ook garanderen dat deze leerlingen voldoende voorbereid worden op dat hoger onderwijs. Bovendien zullen leerlingen, ook wanneer ze toch voor de arbeidsmarkt kiezen na het afronden van hun TSO-opleiding, zich in hun job permanent moeten blijven ontwikkelen en levenslang blijven leren.

Klaar voor de arbeidsmarkt

Onderwijs moet jongeren ontplooien tot burgers die hun verantwoordelijkheid nemen in de samenleving én moet voorbereiden op de arbeidsmarkt. VOKA hamert erop dat bedrijven steeds meer technische en digitale competenties vragen. Maar tegelijkertijd evolueren die technologieën zo snel, dat er op school enkel een basis kan worden gelegd. Het komt er vooral op aan jongeren klaar te maken voor de arbeidsmarkt door hen te ontplooien in creativiteit, ondernemingszin, leergoesting en samenwerkingsvaardigheden. Met de modernisering stemmen we het onderwijs voor onze jongeren af op de maatschappij van vandaag en morgen.

De nieuwe eindtermen werden niet in een achterkamertje samengesteld. Leraren uit TSO- en BSO-scholen vormden in de ontwikkelcommissies een permanente reality check. Die twee extra uren basisvorming die vandaag gecontesteerd worden, zijn er niet om méér nadruk te leggen op wat leerlingen vandaag al moeten kennen. Wel om leerlingen de basisvorming te geven die zij nodig hebben om in de samenleving te functioneren: financieel-economische competenties, mediawijsheid, digitale competenties en competenties inzake gezondheid, samenwerken, burgerschap, ondernemen. Competenties gebaseerd op een bevraging bij leerlingen, ouders, leraren en bedrijven. Competenties noodzakelijk om in een snel veranderende samenleving goed te kunnen functioneren. Competenties waar bedrijfsleiders om schreeuwen.

Opzet van modernisering

Moeten we durven zeggen dat precies deze, vandaag veel te beknopte, basisvorming de reden is dat de kloof tussen hoog- en laagpresteerders toeneemt in internationale vergelijkingen? Dan moeten we de lat ook daar hoog durven leggen. Een opwaardering van het technisch en beroepsonderwijs is een van de doelstellingen van de modernisering. Laat ons het momentum grijpen. Laat ons er écht voor gaan: excellent onderwijs gebaseerd op een ambitieuze algemene vorming voor iedereen.

Raymonda Verdyck, afgevaardigd bestuurder van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

Persverantwoordelijke

David En Nathalie 00

Nathalie Jennes & David Janssens

02 790 95 35

persdienst@g-o.be

Modernisering secundair onderwijs

future_shutterstock_1263922855.jpg
  • Op 1 september 2019 ging de modernisering van start. Om elke leerling het beste onderwijs te bieden op maat van zijn talenten, interesses en mogelijkheden, werd het secundair onderwijs hertekend. Nieuwe eindtermen zijn door de overheid ontwikkeld, de autonomie van de school wordt meer benadrukt en voor het realiseren van het curriculum moeten leraren afspraken maken met elkaar.

    Leerjaar na leerjaar zal de modernisering verder worden uitgerold. Op deze pagina maken we je kort wegwijs in de modernisering van het secundair onderwijs.

Lees meer over Modernisering secundair onderwijs